Brussel, mekka van de art nouveau

29/03/2016

Brussel is wereldwijd bekend om zijn Grote Markt, Atomium en de talrijke internationale instellingen die er zijn gevestigd. The Guardian vindt het terecht de Belgische hoofdstad ook als een mekka en bakermat van de art nouveau te bekronen. De Britse krant roemt de stad omdat ze die architectuurpareltjes, waarvan vele op de UNESCO-Werelderfgoedlijst staan, zo goed bewaart. De andere steden die in dat verband worden genoemd zijn Praag, Boedapest, Glasgow, Turijn, Nancy, Darmstadt, Riga, Helsinki en Aveiro.

The Guardian noemt de belangrijkste art-nouveaugebouwen in Brussel, met name het Tasselhuis (beschouwd als het eerste art-nouveaugebouw in Europa), het Solvayhuis, het Cauchiehuis, het Van Eetveldehuis, het Stripmuseum, het Hortahuis, het Muziekinstrumentenmuseum en het Stoclethuis.

De art nouveau, met zijn bezielde schoonheid van natuurlijke krommingen, ontstond als reactie op de uitwassen van de ver doorgedreven industrialisering en het verstarrend vasthouden aan klassieke stijlen. De kunststroming, van architectuur tot juwelierskunst, breidde zich begin 20e eeuw snel uit over Europa en in de Verenigde Staten.  In die periode doken talrijke lokale benamingen op, zoals ‘Sezession’ (Oostenrijk), Nieuwe Kunst (Nederland) of ook ‘Modernismo’ (Spanje). De art nouveau valt in twee hoofdstijlen uiteen: allemaal krommingen en zweepslagen, in Brussel en Parijs, en dan de vee0leer strakke en geometrische variant uit Glasgow of Boedapest. Na de Eerste Wereldoorlog kwam de art deco geleidelijk in de plaats van de art nouveau.

De gedaanteverandering van Brussel tijdens het bewind van Leopold II viel samen met de opkomst van de art nouveau. Architecten Henry Van de Velde, Paul Hankar en vooral Victor Horta waren de vaandeldragers van deze getalenteerde generatie. In hun bouwwerken toont de Belgische art nouveau zijn hoofdeigenschappen: het willekeurig gebruik van metaal en steen, een prominente rol voor de structuur, stenen of smeedijzeren ornamenten met plantmotieven. Ook de mozaïeken en muurfresco’s typeren die school. In die gebouwen wordt ook op een innoverende manier omgegaan met ruimte en natuurlijke verlichting, gezien het algemene gebruik van lichtkokers.

Ondanks de sloopwoede tussen de Tweede Wereldoorlog en het einde van de jaren 1960 telt Brussel nog ruim 500 art-nouveaugebouwen.