Wist u dat East Twickenham tijdens de Eerste Wereldoorlog 'the Belgian village on the Thames' genoemd werd?

07/04/2017

Duizenden Belgen die in de Eerste Wereldoorlog op de vlucht waren, zijn aanbeland in het dorpje East Twickenham (ten zuidwesten van Londen) en werkten in een munitiefabriek dicht bij Richmond. Het dorp veranderde zo ingrijpend dat het ‘het Belgische dorp aan de Theems’ ging heten.

Begin oktober 1914 trok Charles Pelabon, die in de streek van Brussel en later in Antwerpen een zaak in mijnenmateriaal had, zich met een deel van zijn arbeiders terug in Engeland, amper enkele dagen vóór de inval van de Duitsers in de havenstad. Algauw nam hij zich voor in Richmond, een voorstad van Londen, de zogeheten Pelabon Works uit de grond te stampen, ateliers voor de fabricage van obussen. Een moderne fabriek met controlelabs verrees uit het niets en begon te leveren in het voorjaar van 1915.

Het aantal vluchtelingen dat daar werkte, aanvankelijk vooral afkomstig uit Wallonië, wordt geschat op 2.000. Vanaf 1915 kwamen er Vlamingen bij die levend de dodendraad waren gepasseerd, een elektrische versperring door de Duitsers opgericht tussen België en Nederland. Uiteraard gingen die Belgen in het centrum van East Twickenham en Richmond snel een ‘Klein België’ opbouwen, met eigen winkels, scholen en mosselen-frietrestaurants.