Wist u dat in 1846 een treinrit Parijs-Brussel 12.30 u. duurde?
175 jaar geleden, op 13 juni 1846, rijden drie treinen met de Franse en de Belgische vlag voorname reizigers van de Gare du Nord in de Franse hoofdstad naar het Zuidstation van de Belgische hoofdstad. ’s Avonds komen ze aan in Rijsel, de volgende ochtend in Brussel. De hertog van Nemours, de broer van de Franse koning, en koning Leopold I stellen respectievelijk voor Frankrijk en België de eerste grote internationale spoorlijn open voor het verkeer.
Deze eerste rit nam 2 dagen in beslag, maar algauw gebiedt de snelheid en raken de reizigers in amper twaalfenhalf uur in Brussel of Parijs! In afwachting is het die 13e juni een en al leven … De lijn wordt met veel vertoon geopend … Allerlei feestelijkheden rijgen zich aaneen gedurende de hele reis, de eerste dag tussen Parijs en Rijsel, de tweede tussen Rijsel en Brussel. Zo worden Parijs en Brussel als eerste twee hoofdsteden ter wereld met elkaar verbonden via het spoor. Enkele maanden later, in oktober 1846, rijdt de eerste nachttrein tussen de beide hoofdsteden.
Daar moet Leopold I erg in zijn nopjes mee zijn geweest. Vanaf het begin van zijn bewind was hij het treinverkeer en de uitbouw van een uitgebreid spoorwegnet in België ter ondersteuning van de economie goed gezind. Voor het einde van de eeuw zijn de Belgische ingenieurs en industriëlen wereldwijd erg gezocht om hun knowhow op het vlak van spoorwegvervoer.