Paul Verlaine heeft Ardense wortels

Wie amper iets afweet van Paul Verlaine is misschien verrast te horen dat een wandelpad met zijn naam vertrekt op de Grand-Place van Paliseul, ’woest als de duivel maar met zachtaardige inwoners’. De dichter is wel geboren in Metz, op 30 maart 1844, maar dat is louter doordat zijn vader, een militair, daar toen zijn standplaats had. ‘In het land van mijn vader strekken zich eindeloze bossen uit. Soms glinsteren er wolvenogen in de schaduw. De bosbessen zijn er zwart, aan de voet van de groene eik.’ Zoek zijn afkomst niet nodeloos in Lotharingen. Want in Bertrix, hartje Ardennen, oefende zijn grootvader het ambt van notaris uit en werd zijn vader, Nicolas-Auguste, geboren.

Nog in Paliseul, tussen Lesse en Semois, bracht Paul als kind en jongeman tussen 1845 en 1873 menige zomervakantie door bij zijn tante. Zij woonde in een huis midden in het dorp, dat hij beschreef als ‘een mooi hooggelegen plekje, dat de strenge monotonie van de leiendaken enigszins breekt.’ Hij dartelt graag rond, nieuwsgierig naar de ‘dorpen van leisteen met blauwe daken, omringd door hun weiden en akkerland’. Hij vist op forel in de Semois, jaagt op wild rond het kasteel Les Abys in Opont. De herfst staat deze prachtige streek beeldig, waarom er niet zelf rondtrekken in het gezelschap van de dichter?