Geschiedenislesje over chocolade …

06/07/2022

Er was eens een stukje chocolade. Maar welk verband is er tussen zoiets lekkers en België, terwijl we toch weten dat er nooit of nimmer in hartje Europa een cacaoboom gegroeid is of ten minste niet zodanig dat hij genoeg bonen opleverde om er kostbare cacao van te maken?

Hoe is die cacaoboon dan bij ons terechtgekomen?

De kostbare boon, afkomstig uit Amerika, diende als wisselgeld of zelfs als medicijn tegen vermoeidheid, hartfalen of koorts bij de Maya’s in 600 v. Chr.  Hernán Cortés zou ze in 1558 in zijn koffers hebben meegebracht. Hij schonk ze aan de koning van Spanje, een reden tot grote blijdschap voor de toenmalige adel en clerus die cacao als chocolade dronken. Filips II was zo slim om hem uit te voeren naar zijn onmetelijke koninkrijk, waar de Zuidelijke Nederlanden met als hoofdstad Brussel toe behoorden. In de 17e eeuw komt de cacao binnen via de haven van Antwerpen. In onze streken is voor het eerst cacao gebruikt in de abdij van Baudelo, in Gent, waar de monniken het kostbare drankje te drinken kregen. Om maar te zeggen dat onze abdijdrankjes een bron van rijkdom zijn …

Pas met de Industriële Revolutie in de 18e eeuw begon chocolade te democratiseren. Vanaf dan duikt chocolade in vaste vorm op en pas in de 19e eeuw komt het verbruik ervan in brede kringen op gang. In 1840 produceert de firma Berwaerts uit Antwerpen het eerste tablet en de eerste ‘chocoladereep’ danken we aan Antoine Jacques. En wie het mocht vergeten zijn: chocolade is heilzaam voor de gezondheid, zoals de Maya’s al hadden ondervonden. Trouwens, in 1857 kwam de eerste praline uit de apotheek van Jean Neuhaus, toen die zijn medicijnen met een laagje chocolade bedekte om de vieze smaak wat te verhullen. In 1912 kwam zijn kleinzoon op het zalige idee het medicijn te vervangen door room.

De praline was geboren, tot ons aller jolijt!