Herman de Coninck : de man die zijn volk poëzie leerde lezen
Herman de Coninck, vaak aangeduid als "de man die zijn volk poëzie leerde lezen", werd geboren in februari 1944 in Mechelen.
De Coninck kwam al vroeg in aanraking met literatuur, omdat zijn ouders een boekhandel hadden. Hij studeerde Germaanse filologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven en raakte in die tijd betrokken bij Universitas, het studentenblad van een gelijknamige studentenvereniging waar de Coninck deel van uitmaakte.
In dat blad kwamen gedichten van hem uit, al verscheen zijn eerste gedicht in het schoolkrantje Vadderik, van het Sint-Romboutscollege, in 1959, en daarna in het faculteitsblad van de Germanisten. In Universitas publiceerde hij gedichten onder zijn eigen naam, maar ook cursiefjes onder het pseudoniem Van Pimpelgem s.j. Ook ging hij aan de slag bij het tijdschrift Ruimten, waarin hij poëzie publiceerde, waaronder een gedicht waarvan hij niet wilde dat zijn moeder het wist, en waarvoor hij het pseudoniem Johnny van Tussenbroek o.p. gebruikte.
De Conincks eerste dichtbundel De lenige liefde verscheen in maart 1969. Deze bundel won verschillende prijzen - de Yang-prijs in het jaar van publicatie en de 'Prijs van de Provincie Antwerpen' twee jaar later - en de Coninck nam het voortouw in de literaire stroming die bekend staat als de Vlaamse Nieuw-Realistische poëzie.
Het werk van de Nieuw-Realistische beweging is een reactie op de literaire generatie die eraan voorafging, bekend als 'De Vijftigers', waartoe een van de beroemdste schrijvers van België behoorde, Hugo Claus, die vooral bekend was om zijn boek Het Verdriet van België.
Het Nieuw Realisme werd toegankelijker, tastbaarder dan het werk van degenen uit de jaren vijftig. De kunstenaars van deze nieuwe artistieke stroming gebruikten een directe en eenvoudige taal, die gewone dingen en voorvallen beschreef en tegelijkertijd op subtiele wijze de ongewone dingen van het leven liet zien. Binnen de Vlaamse nieuw-realistische poëzie viel De lenige liefde op door zijn relativerende humor.
Naast zijn poëzie heeft Herman de Coninck ook proza, interviews en een aantal essaybundels gepubliceerd. Daarnaast heeft hij de poëzie van Edna St. Vincent Millay in het Nederlands vertaald.
De Coninck overleed onverwachts aan een hartstilstand, op weg naar een literair congres in Lissabon, Portugal. Hij was omringd door enkele vooraanstaande collega-dichters waaronder de eerder genoemde Hugo Claus. Herman de Coninck overleed op 22 mei 1997, slechts 53 jaar oud.
In 2007 werd in zijn naam en nagedachtenis een poëzieprijs ingesteld. Winnaars van deze prijs zijn onder meer de Belgische dichters Miriam Van hee en Peter Verhelst. De Herman de Coninckprijs wordt beschouwd als de belangrijkste Vlaamse prijs voor poëzie.
Zijn poëzie is ook in heel België vereeuwigd met gedichten op openbare plaatsen, met name in zijn geboorteplaats Mechelen en op de Cogels-Osylei, een bekende straat in Antwerpen, waar hij woonde.
Wist u dat Herman de Coninck zijn pen ook gebruikte om brieven te schrijven? Hij heeft heel wat brieven verstuurd - hij had een verzameling van 15.000 brieven toen hij overleed -, waarvan er ruim 400 zijn gebundeld in het boek Een aangename postumiteit.
Photo: © Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis