Marc Sleen en zijn Nero trokken 55 jaar samen op
Van nevenfiguur in De Avonturen van Detectief Van Zwam groeide Nero algauw uit tot de hoofdrolspeler. Generaties kinderen én volwassenen bezorgde Marc Sleen uren leesplezier met de kolder, absurditeiten, ironie, zeer herkenbare menselijke gebreken en lichte anarchie in het leven van Nero, de doorsnee-Vlaming, en zijn kleurrijke bende. 217 albums lang.
Als kind al probeerde Marc Neels, zoals zijn echte familienaam luidde, zijn tekentalent te pas en te onpas uit. Zelfs de muren en zijn vaders bolhoed waren niet veilig voor zijn gekrabbel. Vanaf zijn veertiende pakte hij het professioneler aan, door les te gaan volgen aan de Academie van Sint-Niklaas. Zijn eerste echte stappen zette hij als 22-jarige in 1944 als cartoonist en illustrator bij de krant De Standaard, de latere De Nieuwe Gids genoemd. Op zoek naar een pseudoniem draaide hij zijn naam om, Neels.
Op 2 oktober 1947 verscheen in De Nieuwe Gids in feuilleton de dagelijkse stripreeks De Avonturen van Detectief Van Zwam, met als eerste album Het Geheim van Matsuoka. Hier dook ene meneer Schoonpaard op die van de Japanse schurk Matsuoka bier te drinken kreeg waardoor hij zich keizer Nero waande. Nero was geboren. Na drie albums had Nero Van Zwam onttroond als hoofdfiguur. Zijn populariteit was niet meer te stuiten. Marc Sleen verwerkte veelvuldig actuele gebeurtenissen in zijn scenario’s, zoals de Suezcrisis en de Hongaarse Opstand in 1956. Andere stripreeksen van zijn hand hadden ook succes: De Avonturen van Piet Fluwijn en Bolleke, Doris Dobbel en Oktaaf Keunink, om er maar enkele te noemen. In 1965 stapte Sleen over van de krant Het Volk, die in 1950 De Nieuwe Gids had overgenomen, naar De Standaard. Vanaf dan concentreerde hij zich volledig op zijn Nero. Intussen had zijn passie voor dieren concreet gestalte gekregen in de vele safari’s en reportages die hij tot 1978 in de Oost-Afrikaanse rimboe voor de BRT zou maken en waar hij inspiratie vond voor zijn Nero-albums. Tot 1992 tekende en schreef hij alles zelf en tot het allerlaatste album in 2002, De Zilveren Tranen, met de allerlaatste wafelenbak waarmee hij elk verhaal afsloot, bedacht hij ook zelf de scenario’s.
In het begin van zijn carrière was de katholieke inslag van de kranten waar Marc Sleen voor werkte duidelijk merkbaar; daarna nam hij een meer neutrale politieke houding aan. Toch bleven met de regelmaat van een klok uiteenlopende binnen- en buitenlandse politieke prominenten opduiken in De Avonturen van Nero en Co, een unicum in de Vlaamse strip. Zijn tekenstijl bleef altijd dezelfde: nauwelijks close-ups, de tekst netjes binnen het kader, geen vogel- of ander perspectief … Het moest allemaal snel gaan, met nogal wat continuïteitsfouten voor gevolg. Maar de volkse en gezellige aard van Nero compenseert dat euvel ruimschoots en de lezer maalt er absoluut niet om.
Marc Sleen overleed in 2016 op 93-jarige leeftijd thuis in Hoeilaart