Arthur Grumiaux, op zoek naar poëzie en ontroering
Arthur Grumiaux was een van de sterren in het Waalse vioolonderwijs, een waardige opvolger van Henri Vieuxtemps, Guillaume Lekeu en Eugène Ysaÿe. Gewaardeerd en erkend door het grote publiek voor zijn zuivere en sobere vertolkingen schitterde hij over de hele wereld, als solist maar ook als kamermusicus.
Arthur Grumiauxs jeugd doet enigszins denken aan die van Mozart. Arthur wordt geboren in Villers-Perwin bij Charleroi, op 21 maart 1921, in een muzikale familie. Vanaf zijn derde krijgt hij viool- en pianoles van zijn grootvader, die algauw zijn talent voor muziek ontdekt en hem zijn eerste viool schenkt. De knaap geeft zijn eerste concert wanneer hij amper vijfenhalf is. Hij pakt zijn publiek in niet door zijn jeugdige leeftijd, maar door zijn vermogen om te ontroeren. Daarna gaat de jonge Grumiaux naar het Conservatorium van Charleroi en behaalt er, amper 11 jaar, zijn diploma viool en piano. Vervolgens trekt hij naar het Conservatorium van Brussel en komt terecht in de klas van Alfred Dubois. Die pedagoog, een leerling van Eugène Ysaÿe, geeft het beste van zichzelf om hem op weg te helpen in zijn groei naar volwassenheid. Uiteindelijk vervolmaakt hij zijn kunst met Georges Enesco, de grote Roemeense violist en componist die in Parijs woont.
Als hij 18 is, doet hij zijn eerste beroepservaring op: een concert op de radio opgenomen voor publiek, waar hij concerto nr. 5 van Vieuxtemps en het concert van Mendelssohn brengt, gedirigeerd door Charles Munch, met het Filharmonisch Orkest van Brussel. Dat eerste concert voor publiek zou een grootse carrière moeten inluiden. Die gaat echter even on hold, want Grumiaux weigert voor de Duitsers te spelen. Vlak na de oorlog, in 1945, neemt hij zijn eerste platen op en gaat hij in zee met het Filharmonisch Orkest van de BBC en pianist Gerald Moore. In 1949 volgt hij Dubois op in het Conservatorium van Brussel en ondanks zijn persoonlijke succes wijdt hij zich volop aan het leraarschap. Tegelijk treedt hij op met de grootste wereldorkesten, begeleid door de bekendste dirigenten. Met de Roemeense pianiste Clara Haskil neemt hij de integrale piano- en vioolsonates van Beethoven en zes sonates van Mozart op. Eind van de jaren ’60 creëert Arthur Grumiaux een trio, met Georges Janzer en Eva Czako. Meer nog, het Trio Grumiaux hijst zich, zowel door zijn opnames als door zijn concerten, naar de top van de internationale kamermuziekensembles. In 1972 kent koning Boudewijn hem de titel van baron toe en vierentwintig jaar later wordt het Conservatorium van Charleroi herdoopt tot Conservatoire Arthur Grumiaux. De virtuoos overleed in Brussel op 16 oktober 1986, maar zijn muziek is voortaan een ster aan de hemel. Ze ging mee aan boord van de twee Amerikaanse Voyager-sondes die gelanceerd zijn in 1977 en die muziekfragmenten, waarvan zijn interpretatie van de 3e partita van Bach, buiten ons zonnestelsel hebben meegenomen.
© Wikimedia