Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT): het grootste historische woordenboek ter wereld

22/06/2023

Je kunt amper een onderwerp bedenken of er bestaat in het Nederlands wel een verklarend woordenboek over. Van vrij voor de hand liggende zaken als politiek, economie, spreekwoorden, etymologie, gastronomie … tot minder gebruikelijke als voetbal, sms-taal, bloemschikken, schelden …  Maar één is er uniek in zijn soort, doel, opbouw, dikte, volledigheid en productietijd: het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Dit ‘museum van de Nederlandse taal’ onderscheidt zich van alle andere woordenboeken ter wereld.

De eerste pogingen om de rijkdom van het Nederlands vast te leggen, dateren uit de tweede helft van de 18e eeuw. Een echt succes werd het niet. Dat veranderde begin 19e eeuw, in de romantiek, toen de taal werd beschouwd als de ziel van de natie. Tijdens de Franse overheersing en na de afscheiding van België in 1830 leed het Nederlands in Vlaanderen een kwijnend bestaan. Stilaan ontkiemde de strijd om die teloorgang te keren. De grote ijveraar van de ommekeer was de Nederlandse taal- en letterkundige Matthias de Vries (1820-1892). In 1851 stelde hij zijn ontwerp voor een ‘volledig Nederduitsch taalkundig woordenboek’ voor. Na vijf generaties redacteurs is in 1998, dus liefst 147 jaar later, de papieren editie van dit mammoetproject volgens wetenschappelijke methodes en inzichten eindelijk voltooid. Sinds 2007 is er ook een onlineversie, die continu wordt bijgewerkt.

In het WNT worden liefst 400.000 trefwoorden uit het geschreven Nederlands van 1500 tot 1976 uitvoerig beschreven. Achtereenvolgens komen de grammaticale kenmerken, de herkomst en de betekenis(sen) aan bod. Bovendien zijn de trefwoorden controleerbaar aan de hand van ongeveer 1.700.000 chronologisch gerangschikte citaten, elk met aanduiding van bron en datering. Er zijn ruim 12.000 bronnen, die variëren van romans en gedichten tot handleidingen, wetteksten, recepten … Voorts vernemen we hoe die woorden worden gebruikt in spreekwoorden, zegswijzen, gezegden, uitdrukkingen, samenstellingen en afleidingen.

Speciaal voor dit woordenboek ontwikkelden Matthias de Vries en die andere taalgeleerde, Lammert te Winkel (1809-1868), in 1863 de naar hen genoemde spelling De Vries-Te Winkel. Die is vanwege de uniformiteit en de verwijzingen binnen dit woordenboek gehandhaafd.

Tot slot nog enkele cijfers die de monumentaliteit van het werk treffend illustreren: 50.000 bladzijden, 98.000 kolommen, 43 banden (inclusief 3 banden Aanvullingen) en zowat 3 strekkende m boeken. Om een tijdje zoet mee te zijn …