Wist u dat César van Pagnol schatplichtig is aan Beulemans?

05/05/2021

Toen Pagnol in 1926 in Brussel een voorstelling van Le Mariage de Mlle Beulemans (Het Trouwfeest van Juffrouw Beulemans) bijwoonde, tankte hij niet zozeer inspiratie dan wel lef. Het lef dat hem ontbrak om een stuk over zijn eigen streek te schrijven, met personages die zich bedienen van hun zangerige streektaal uit de Midi en om Marius-Fanny-César te maken.

 

De auteur broedde al meer dan een jaar op het project: ‘Omdat ik me een banneling voelde in Parijs, ontdekte ik dat ik van Marseille hield en die liefde wilde ik gestalte geven in de vorm van een Marseillaans toneelstuk.’ Maar dat hadden zijn vrienden hem sterk afgeraden, want ze dachten dat een dergelijk stuk gedoemd was om te floppen en het hooguit de inwoners van het departement Bouches-du-Rhône zou kunnen boeien. ‘Maar in 1926 zag ik Le Mariage de Mlle Beulemans, 16 jaar eerder al geschreven en inmiddels overal ter wereld opgevoerd. Die avond besefte ik dat een lokaal door en door oprecht en authentiek stuk zich in het literaire erfgoed van een land kan nestelen en het hart van de wereld veroveren.’

 

Le Mariage de Mlle Beulemans, van Fonson en Wicheler, speelt zich af in Brussel. Suzanne Beulemans, de dochter van een rijke brouwer, wordt uitgehuwelijkt aan Séraphin Meulemeester, de zoon van een concurrent van haar vader. Dat was gerekend buiten de ontluikende liefde van het meisje voor de Parijse stagiair in de brouwerij. De plot is vrij banaal, maar het succes schuilt in de heerlijk kluchtige dialogen, een mix van Frans, dialect en Brusselse humor. Deze komedie was een daverend succes, zowel in België als in het buitenland, al vanaf de eerste opvoering op 18 maart 1910  in het Théâtre de l’Olympia in Brussel.