Wist u dat Brussel een excentrieke landvoogd had?

29/04/2020

Van 1744 tot 1780 voerde Karel van Lotharingen, de zwager van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia, als gouverneur-generaal het bewind over de Zuidelijke Nederlanden. Een man van grote tegenstellingen.

Het 18e-eeuwse Koningsplein in Brussel is zowat de schakel tussen de traditioneel aristocratische bovenstad, met haar paleizen en voorname burgerhuizen, en de volksere benedenstad. Laat het razenddrukke plein achter je door onder de arcaden de rustige geplaveide Museumstraat in te lopen. Recht vooruit beneden op het Museumplein ontvouwt zich geleidelijk de pracht in laatrococo en streng neoclassicisme van het paleis van de verlichte landvoogd Karel van Lotharingen.

Nadat in 1731 het hertogelijk paleis op de Coudenberg was afgebrand, namen de Oostenrijkse landvoogden hun intrek in het laatgotische Hof van Oranje-Nassau dat hier toen stond. Karel liet het verbouwen en er een eigentijdse vleugel aan toevoegen. Maar de hertog zelf had ook meer dan één vinger in de pap.

Het was een man van velerlei kunnen, cultureel en ander vermaak en interesses. Zo tekende hij eigenhandig een plan waarop zijn bibliotheek te zien is, ruimtes voor zijn archeologische en wetenschappelijke verzamelingen en twee laboratoria, waarvan één naast zijn slaapkamer en één in de tuin. Daar brouwde hij recepten voor allerlei drankjes, experimenteerde hij met goud en zilver en met geheimpjes die hij van anderen had ontfutseld. Met het onderzoeksmateriaal, de scheikundige producten en de vele boeken die hij raadpleegde gaf hij zich mateloos over aan zijn passie voor alchemie. Tegelijk was hij goed katholiek - hij gaf opdracht de afgebrande Sint-Jacob-op-den-Coudenberg herop te bouwen - én overtuigd vrijmetselaar. De Bourgondische Nassaukapel uit de 15e eeuw, nu volledig opgeslokt door de Koninklijke Bibliotheek Albert I, fungeerde als hofkapel voor Karel van Lotharingen. ’s Ochtends  volgde hij er geregeld de kerkelijke dienst, tenminste als de op werelds plezier beluste heerser niet met een kater buiten strijd was of zijn geheime dagboek moest aanvullen met de laatste nieuwtjes over zijn jachtpartijen, zijn  winst en verlies in het spel of over de minaressen van de hovelingen. ’s Avonds hield hij er ‘Karelsloge’ met zijn bevriende medevrijmetselaars.

Wellicht heeft Karel van Lotharingen zelf bepaalde decoraties in zijn paleis die verwijzen naar de vrijmetselarij, de alchemie en zijn eigen exploten geïnspireerd. Zoals de held Hercules aan de voet van de eretrap, die de heer des huizes voorstelt als krijger en als alchemist. Of diens twaalf werken, gesmeed in de trapleuning. Of ook nog de reliëfs in gips die de vier elementen van de Steen der Wijzen voorstellen: water, aarde, lucht en vuur.

Vergeet deze publiekslieveling uit de 18e eeuw, trots en zelfbewust pralend op zijn voetstuk, niet even te groeten voor u uw weg naar de benedenstad vervolgt.