Van bucolische bierkar tot filegevoelig klaverblad: het Leonardkruispunt

Waar 8 km ten zuidoosten van Brussel-stad de snelweg E411 de ringweg R0 kruist, staat elke ochtend- en avondspits de aandacht van alle pendelaars op scherp voor het gevreesde Leonardklaverblad. En dat zowat pal in het hart van Brussels groenste long.
Vanaf 1726 hoorde je hier, op de kasseien van de ‘Tervurensesteenweg’, naast de vogeltjes alleen het hoefgetrappel van de paarden van houthandelaars. Zij sleepten hun vracht vanuit het Zoniënwoud naar hun zagerij in Elsene en Etterbeek. Tussen 1831 en 1836 kwam een weg vanuit Waterloo de bestaande steenweg dwarsen. Vier naamloze verkeersarmen strekten zich in kruisvorm uit. Het latere Vierarmenkruispunt, nu Leonardkruispunt, was geboren. O ja, het huidige Vierarmenkruispunt ligt een kilometer noordelijker op de R0.
In 1884 pootte landbouwer Leonard Boon uit het naburige Jezus-Eik aan de eerste Vier Armen een houten drankenkar met enkele banken en stoelen neer, niet gehinderd door enige gêne om zijn illegale handeltje. De faro vloeide er rijkelijk. Zijn clientèle bedacht zijn bar avant la lettre met het predicaat ‘van Leonard’. Toen op een dag niemand minder dan troonopvolger prins Boudewijn, graaf van Vlaanderen, tijdens een wandeling de weg kwijtraakte en een behulpzame Leonard deze neef van koning Leopold II terug op het rechte pad zette, achtte de baas zich pas écht onoverwinnelijk. Maar dat was buiten de waard gerekend. Prins Boudewijn overleed in 1891 op 21-jarige leeftijd aan een longontsteking, zijn jongere broer Albert I werd de nieuwe pretendent naar de kroon en Leonard kon verkassen naar een perfect legale tapperij 400 m verderop aan de Waversesteenweg, de vroegere Tervurensesteenweg. Tot aan zijn dood in 1912.
Wanneer u het Leonardkruispunt nog ‘s trotseert, denk dan even aan zijn ambitieuze en kordate naamgever.