Tabora, een zege in het hart der duisternis

16/10/2018

Weet u waarom er zoveel straten in België, in Brussel, Namen, Oostende ... de naam Tabora dragen?

In september 1916 is ons land, dat de donkerste bladzijden van zijn geschiedenis doormaakt, al meer dan twee jaar bezet. Volgens getuigen die beide oorlogen hebben meegemaakt, is die periode nog harder dan de nazibezetting. Terwijl onze soldaten nog steeds weerstand bieden tegen de vijand aan het IJzerfront, strijdt de overgrote meerderheid van onze landgenoten voortdurend tegen de honger. De oorlog is vastgelopen sinds de herfst van 1914. Een enorm netwerk van loopgraven strekt zich uit van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens. Sinds 21 februari 1916 woedt de slag bij Verdun, van weerszijden zijn miljoenen bommen afgevuurd zonder doorslaggevend resultaat, en de slag bij de Somme, die op 1 juli begon, heeft de Britse gelederen zodanig uitgedund dat ze hun toevlucht hebben moeten nemen tot een verplichte dienstplicht om de verliezen op te vangen. Dan komt uit het hart der duisternis eindelijk nieuws dat de sterk getroffen bevolking toch een beetje troost biedt.

Aan het begin van de eeuw doet de grootindustrie haar intrede. Een uitgestrekte stad, Elisabethville, wordt uit de grond gestampt en groeit beetje bij beetje dankzij de instroom van tal van Europeanen en Zuid-Afrikaanse immigranten, niet meteen volgzame individuen die een belangrijke rol spelen. Het doel is om alles onder Belgische bestuur te brengen, de eerste grote stad in Belgisch-Kongo uit te bouwen, de bouw van de spoorlijn naar het noorden voort te zetten, de opkomende grootindustrie te stimuleren en tegelijkertijd te voorkomen dat de industriële ontwikkeling te zwaar zou wegen op de inheemse bevolking van de regio. Met culturele achtergrond, zijn gezond verstand en zijn soevereine kalmte, is staatsinspecteur Charles Tombeur de geknipte man om die kwesties aan te pakken.

Meer dan breekt de hel los: in augustus 1914 wordt de oorlog verklaard! De Duitsers hoeven alleen maar het Tanganyikameer over te steken of te omzeilen om Katanga te veroveren, een aanlokkelijke provincie door haar natuurlijke rijkdom. De verdediging vormt echter een stevig blok, en er komt zelfs een moment waarop de regering besluit om in overleg met de Britse bondgenoten het offensief in te zetten. De leiding van dit offensief langs de oostgrens wordt als vanzelfsprekend toevertrouwd aan de briljante stafofficier die staatsinspecteur Tombeur is. Interessant gegeven: voor het eerst zijn de Kongolese strijdkrachten betrokken bij een grootschalige operatie. Maar dit is nog wat anders dan het bedwingen van rebellenstammen of slavenbendes. Het vijandelijke leger wordt aangevoerd door gedegen Europese officieren en beschikt over geavanceerde wapens. Vanaf de eerste dagen van de oorlog verwerft de vijand controle over het Tanganyika- en het Kivumeer en dwingt hij onze troepen om zich door de hoge bergen aan de immense oostgrens te verplaatsen. Binnen hun gebied nestelen de vijandelijke troepen zich in oninneembare posities en kunnen ze rekenen op een inheemse bevolking die ze goed kennen. Tegenover deze goed georganiseerde troepenmacht kan het Kongolese leger in eerste instantie alleen maar slecht bewapende, ongeordende strijdkrachten stellen, hooguit geschikt voor korte politieoperaties. Alvorens een offensief te overwegen, is het nodig eerst de wapens te vernieuwen, het Europese kader te versterken en een vloot op de meren te lanceren die een einde kan maken aan het overwicht van de Duitse marine. Dat is uiteraard een werk van lange adem en pas in de eerste maanden van 1916 kan de bevelhebber de nodige troepenmacht verzamelen voor een offensief aan de oostgrens. Ondertussen is Tombeur gepromoveerd tot generaal en stelt hij een campagneplan op dat als toonbeeld kan dienen. Midden april 1916 begint het offensief vanaf het Kivumeer. De troepen trekken, verdeeld over twee brigades, op vanuit het noorden en het zuiden door Rwanda. Een geslaagd manoeuvre dat de vijand tot een overhaaste terugtocht dwingt. Eind juni 1916 is heel Rwanda bezet. Daarna rukken de troepen van verschillende kanten op naar Tabora, het belangrijkste centrum van het Duitse Oost-Afrika. Op 20 september 1916 trekt generaal Tombeur, aan het hoofd van de verzamelde troepen, Tabora binnen. Met deze campagne schrijft hij een glorieuze bladzijde in de militaire geschiedenis van onze kolonie en wanneer de vrede terugkeert, verzekert hij België van een mandaat over de dichtstbevolkte en rijkste provincie van de voormalige Duitse kolonie.