Lichtmis, een feest waarvan de wortels gehuld zijn in de nevelen der tijden en dat voortleeft in de joods-christelijke traditie en in onze folklore

18/01/2019

Wanneer we met Lichtmis pannenkoeken eten, zouden alle kaarsen in huis moeten branden. Dat ligt nogal voor de hand, afgaande op de etymologie van het woord: het Volkslatijn festa candelarum betekent ‘kaarsenfeest ‘. Maar al vrij lang vóór de Romeinen ging dit feest gepaard met een lichtcultus, minstens sinds het neolithicum, zoals blijkt uit een archeologische vondst in Ierland. Zo bevindt zich op de archeologische site van Tara, een 40-tal km ten noorden van Dublin, de ‘Gijzelaarsheuvel’ uit 2.500 v. Chr., die op één lijn ligt met de opkomende zon van 1 februari en 1 november. Later zullen deze data samenvallen met twee van de vier hoogfeesten uit de Keltische kalender: Imbolc (1 februari) en Samain (1 november), dat midden 19e eeuw door Ierse emigranten naar de Verenigde Staten werd geëxporteerd en sinds enkele decennia naar Europa is teruggekeerd als Halloween.

De katholieken van hun kant vieren Lichtmis op 2 februari, veertig dagen na Christus’ geboorte op 25 december, Kerstmis. Het feest van Lichtmis heet ook In Purificatione Beatae Mariae Virginis of Reiniging van de Heilige Maagd Maria. Het feest herinnert ons eraan dat Maria, zoals elke joodse vrouw die pas een kind had gebaard, onzuiver was geworden en zich dus moest laten zuiveren.

Het is ook de dag dat Maria Jezus in de tempel moest opdragen. Deze plechtigheid vond plaats veertig dagen na de geboorte van een jongetje en tachtig na die van een meisje. Tot dan mocht de moeder niet in aanraking komen met een heilig voorwerp en, uiteraard, de tempel niet betreden.

Om zich te zuiveren moest ze een zoenoffer en een vuuroffer brengen. Zo kocht ze van God haar eerstgeboren zoon terug die ze hem voordien had geschonken. Een andere versie verhaalt van twee tortelduiven of een lam. De profeet Simeon was getuige van de plechtigheid in de tempel van Jeruzalem. Hem was voorspeld door de Heilige Geest dat hij in leven zou blijven tot wanneer hij de gezalfde van de Heer had gezien.

De evangelist Lucas leert ons dat Simeon, toen hij de opdracht van Jezus in de tempel bijwoonde, zei: ‘Laat nu, Heer, volgens uw woord, uw dienaar in vrede heengaan. Mijn ogen hebben uw heil aanschouwd, dat Gij hebt bereid voor de volken: het licht dat voor alle heidenen straalt, de glorie van Israël, uw volk.’

 
Kaarsen om het noodlot te bezweren

Om het gebeuren te gedenken, worden voor de mis kaarsen gewijd. Die brandende kaarsen symboliseren Christus. Vandaar de naam Lichtmis. De gelovigen hielden een processie in de kerk, een brandende kaars in de hand. De Vlaamse auteur Stijn Streuvels (1871-1969) beschreef het heel treffend in zijn roman De Maanden uit 1941:

‘ … Lichtmis! De kaarsen zijn ontstoken die de winterse duisternis moeten verdrijven. Lichtmis doet denken aan klaarte, aan helderheid. De donkere zesweken zijn voorbij; de winter is gekeerd. Lichtmis: voorbode van de nakende lente waar de mensen altijd opnieuw naar haken en verlangen als naar een verlossing, een wedergeboorte …’

Vroeger had elk huisgezin zijn gewijde kaars. Hij brandde in de sterfkamer om de Boze te verdrijven, de Geest der Duisternis. Wanneer hij de geest gaf, kreeg de stervende de kaars in zijn hand ten teken dat hij tot op het einde zijn geloof had bewaard en hij verlangde weldra het eeuwige licht te genieten. Volgens het volksgeloof beschermt de gewijde kaars het huis tegen de bliksem. Bijgelovigen schrijven een extra weldaad aan dit voorwerp toe: een eindje gewijde kaars onder de dorpel van het huis volstond om heksen weg te houden.

De kerkgang is een plechtigheid waarbij een vrouw voor het eerst na haar bevalling zich in de kerk laat zegenen door een pastoor. Het is een uitloper van de opdracht van Jezus in de tempel. In navolging van de Heilige Maagd droeg ze haar kind op aan God. Geregeld zag men een vrouw aan de kerkdeur geknield zitten, met haar pasgeboren kind op de arm en een brandende kaars in de andere, vrije hand. De pastoor kwam haar ophalen, met wijwater zegenen en voor haar bidden. Daarna begeleidde hij haar tot in de kerk, deed haar knielen voor het altaar, waar hij andermaal voor haar bad en haar wederom met wijwater zegende.

 
Lente

Lichtmis kondigt dus ook de lente aan. Het blijft al meer dan een uur langer licht. Een gezegde luidt: ‘Lichtmis schoon en klaar geeft een vruchtbaar jaar.’ Het is ook een belangrijke dag voor de bijentelers, want een schone en heldere Lichtmis wordt beschouwd als een zegen voor de bijenn.

 
En de pannenkoeken?

In onze contreien leefde lang de traditie om met Lichtmis pannenkoeken te bakken. Een gezegde luidt: ‘Geen vrouwtje nog zo arm, of ze maakt met Lichtmis haar pannetje warm.’ De dag dat de nieuwe dienstmeisjes en knechten in dienst traden zou aan de basis van dit gebruik liggen. Om dat te vieren en het verdriet en de melancholie om het scheiden van hun familie te verzachten, nam de vrouw des huizes haar pan en trakteerde haar nieuwe huispersoneel en de andere bewoners op een rondje pannenkoeken. Een waar festijn destijds. Ook de gelegenheid om het tarweoverschot van de vroegste zaaitijden op te eten.

Frankrijk kende enkele vreemde gebruiken. De eerste pannenkoek werd boven op de kast gemikt en daar moest hij een jaar blijven liggen. Was hij dan niet beschimmeld, dan was geluk in huis verzekerd. Of met de ene hand de pan vasthouden en in de andere een louis d’or (een geldstuk) sluiten. De truc is een pannenkoek omhooggooien en opvangen in de pan om zo rijkdom en overvloed te verkrijgen. Zijn ronde vorm en gele kleur, beide een zonnesymbool, verwijzen ook naar de nakende lente.