Koppige bisschop van Doornik kreeg zijn zin

11/01/2024

Wie Doornik zegt, zegt: tweede of derde oudste stad van België, de wieg van Frankrijk, wandtapijten, porselein, de kiem van de Vlaamse primitieven … Uiteraard ook de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal met haar beroemde vijf klokkentorens en … met nog wat anders.

Kort het geheugen opfrissen. In de 5e eeuw vielen de Salische Franken Doornik binnen, maakten er hun hoofdstad van en stichtten er een dynastie van Merovingische koningen, van wie Clovis de bekendste en de belangrijkste was. Het werd eveneens een bisschopsstad.

Tegen het einde van de 12e eeuw zat de bouw van de huidige romaans-gotische kathedraal in het slop. Daar zou de krachtdadige en ondernemende bisschop Stefanus van Orléans ’s snel verandering in brengen. In 1198 kocht hij het tolrecht op de Schelde af en één vierde van de opbrengst besteedde hij aan de bouw van de gewelven in zijn kathedraal. En in één adem door zou hij paal en perk stellen aan wat hem al enige tijd uitermate stoorde. Telkens wanneer hij bij regenweer van en naar zijn paleis vlak tegenover het bedehuis schreed, werden zijn schoenen en soutane nat, vies en modderig. Zijn plan de beide imposante architecturale pareltjes te verbinden met een kapel werd hem door de magistraat omzichtig doch stellig ontraden. Destijds kon je evenmin zomaar in het wilde weg bouwen. Dan maar de paar meter overbruggen … boven de straat, dacht de bisschop. Het verzet van de stadsbestuurders tegen dat voorstel, op grond van de bepaling dat ook de lucht aan de gemeente toebehoorde, lapte Stefanus, die het intussen wel gehad had met zoveel dwarsdrijverij, fijntjes aan zijn bisschoppelijke laars. Resultaat: vandaag houden u en ik het droog onder de rondboog met erboven de Sint-Vincentiuskapel tussen de rue du Vieux Marché aux Poteries en de place de l’Évêché. De inwoners van Doornik kennen de overwelfde doorgang als de Valse Poort.

Daar bleef het trouwens niet bij. Om eventuele misverstanden te voorkomen omtrent de rechtmatige eigenaar van deze gesloten galerij, namelijk de Kerk, gaf de geestige prelaat opdracht dit niet mis te verstane scatologische opschrift in het Latijn op een van de muren te graveren: ‘Sordide qui sentis ventrem contendere ventis longius absiste quoniam sacer est locus iste cui stomachus turget quem fetidus eolus urget non hic se purget quia non sine verbere surget.’ Vrij vertaald: ‘Gij die in uw buik een vies windje voelt opkomen, loop door en geef er niet aan toe! Want deze plek is heilig. Wiens maag opzwelt en wie een onwelriekende veest moet laten, dat hij het hier niet doet. Want een pak rammel wordt zijn deel.’ Klare taal.

Ogenschijnlijk konden de stadsmagistraten zich vinden in de waarschuwing, als je bedenkt dat ze tijdens het Ancien Régime elk jaar opnieuw in de Sint-Vincentiuskapel plechtig beloofden alle kerkelijke privileges te eerbiedigen.