Koninklijke paardenrenbaan van Groenendaal in het Zoniënwoud
112 jaar lang, met onderbrekingen, draafden jockeys op hun renpaarden over wat kenners een van de mooiste hippodromen van Europa noemden: de koninklijke renbaan van Groenendaal in Hoeilaart.
De renbaan van Bosvoorde uit 1880? Te klein en te grillig. De koninklijke van Oostende uit 1883? Ook te klein. In 1887 zette koning Leopold II zijn zinnen op een nieuw ovaal parcours zonder scherpe bochten van 3,6 km lang in de buurt van Brussel. Groots alleszins, maar de openingsrace op maandag 22 juli 1889 lokte niet gek veel volk. Heel veel zitjes op de twee metalen tribunes met smeedijzeren sierwerk links en rechts van de imposante koninklijke loge bleven leeg toen een trotse vorst zijn speelplein inwijdde.
Bloei en neergang volgden elkaar voortdurend op tot de definitieve sluiting
Algauw keerde het tij. Vanaf 1892 brachten speciale treinen via een aftakking van de spoorlijn Brussel-Namen vooral passagiers en renpaarden op wedstrijddagen 1,4 km verderop tot in eindstation Groenendaal-Renbaan. Zes perronsporen, twee opstelsporen en een draaischijf voor de stoomlocomotieven. In 1904 rezen er plannen om de nodige capaciteit te verdubbelen.
Intussen was in 1893 naast de ovale baan van 3,6 km een rechte van een mijl, dus van 1,6 km, aangelegd. Het moet een prachtgezicht geweest zijn toen de paarden vanuit het Zoniënwoud het eerste deel van het traject afdaalden en dan halverwege vanuit het dal bergopwaarts in een stofwolk kwamen aanstormen om als eerste over de finish voor de koninklijke loge uit te hijgen. Twee verschillende parcours op één hippodroom? Ronduit uniek. En als kers op de taart zou in 1910 nog een aparte achtvormige hindernissenbaan volgen. Drie pistes van in totaal meer dan 9 km voor drie disciplines: vlak, horden en steeplechase. Tot wel 50 koersen jaarlijks hadden er plaats vóór Wereldoorlog I. België haalde de wereldpers! Naast de koninklijke loge en de twee tribunes kwamen er nog stallen, een waag en verkleedruimte voor de jockeys, een infirmerie voor zowel paard als jockey na een ongeluk, toiletten en een bookmakerspaviljoen.
Gedurende Wereldoorlog I waren er geen races. Dinsdag 6 mei 1919 was een ongeluksdag. Door een brandende sigaret vatten balen stro vuur en de verzamelde Duitse bommen en granaten op het terrein veroorzaakten een zware ontploffing met tientallen slachtoffers en schade tot in Hoeilaart-dorp tot gevolg. In 1921 werd er weer geracet nadat alles was hersteld. In 1924 verrees de nieuwe koninklijke loge – de oude was helemaal verwoest – in beaux-artsstijl, met koepelbekroning, vier identieke pseudorondboogfrontons, een dakterras, twee gebogen trappen die leiden naar een bordes met balustrade. Na een aaneenschakeling van sluitingen, verbeteringen, vernieuwingen, uitbreidingen, heropenen en afbreken … door de decennia heen werd op zaterdag 16 juni 2001 de allerlaatste wedstrijd gehouden.
De in 2016 gerenoveerde koninklijke loge, zowat het enige overblijfsel uit de gloriedagen, is nu te huur voor exclusieve events en vergaderingen.