Klaroengeschal op de fiets

28/11/2024

Bij een fanfare denken we traditioneel vooral aan koperblazers die vroeger door stad of dorp optrokken om een hoogwaardigheidsbekleder in te halen en nu om een belangrijke gebeurtenis te herdenken. Sommige fanfares zijn geboren op de fiets.   

Eind 19e eeuw brak een nieuw vervoermiddel door: de fiets, bij ons in spreektaal gewoonlijk ne velo genoemd. Alleen de rijken konden er een aanschaffen om zich sneller dan met de benenwagen over een grotere afstand te verplaatsen. Tegelijk was dat nieuwerwetse rijwiel een statussymbool. Wie erbij wilde horen, kon niet achterblijven. De amateurs verenigden zich in veloclubs, langs politieke of commerciële breuklijnen. Je had er katholieke, liberale … of clubs die bij een brouwerij hoorden omdat een lid ervan het bier leverde in de herberg waar ze vergaderde. Allemaal goed en wel, maar tussen willen en kunnen gaapt wel vaker een hemelsbrede kloof. Er werd wat afgestumperd in die dagen. Zoveel onkunde, onervarenheid, onvoorzichtigheid en overmoed zouden onherroepelijk hun tol eisen, met blutsen, builen en erger. 

Dus werden nieuwe verkeersregels van kracht. De veloclubs moesten hun aantocht duidelijk hoorbaar aankondigen op elke straathoek. Met een ordinaire toeter? Nee, het mocht wat feestelijker. Waarom niet een trotse klaroenblazer voorop laten rijden? Van één kwamen er twee en meer en voor men er erg in had, waren de vele veloclubs her en der te lande getransformeerd tot jolig schetterende velofanfares die veel bekijks hadden en een ware toeloop uitlokten. Of althans hadden de meeste een eigen trompetterkorps in hun rangen.   

Geleidelijk gingen ze deelnemen aan wedstrijden, wereldtentoonstellingen en allerlei andere evenementen. De Vlaamse wielerklassieker Kuurne-Brussel-Kuurne zou er niet gekomen zijn zonder velofanfare Zonder Kommer en Royal Agrément de la Pédale Fanfare Cycliste uit Borgworm werd ingeschakeld om de aankomst van de Ronde van Frankrijk in 1926 een muzikaal tintje te geven. Zij kaartten voorts opmerkelijk modern klinkende sociale noden aan en wisten daarrond duizenden ijveraars op de been te brengen: de aanleg van betere wegen, veilige fietspaden en de vermindering en uiteindelijke afschaffing van de fietstaks.    

De Eerste Wereldoorlog luidde het verval in van deze unieke brok Belgisch cultureel erfgoed, want de Duitse bezetter eiste alle rijwielen op. Van de 60-tal velofanfares hielden de meeste ermee op terwijl andere doorgingen als stappende of zittende fanfare. Tegenwoordig is het zoeken met de loep om er nog een paar te vinden. Als u zelf ’s van uw sokken wilt geblazen worden door een getrompetter van zulke fanfare, vraag dan bijvoorbeeld in het West-Vlaamse Eernegem wanneer Koninklijke Veloclub De Zwaluw uit 1891 er uitvliegt … eh, uitrijdt.