Kasteel van Gaasbeek gerenoveerd

Na drie jaar renoveren ademt het museumkasteel weer de sfeer van eind 19e eeuw
Omstreeks 1240 werd aan de westzijde van het hertogdom Brabant heerlijkheid het Land van Gaasbeek gesticht als verdediging tegen mogelijke aanvallen van de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen. Godfried van Leuven wordt algemeen beschouwd als de bouwheer van de gelijknamige burcht. Door de eeuwen heen kwam de site afwisselend, door erfenis en verkoop, achtereenvolgens in handen van Godfrieds nazaten en andere adellijke families met roemruchte namen: van Hoorne, van Abcoude, van Egmont, van Renesse van Warfusée, Scockaert en Arconati Visconti. In bijna 800 jaar is het kasteel herhaaldelijk bezet, geplunderd, afgebrand en heropgebouwd. De laatste adellijke bewoonster, de Parisienne Marie Peyrat, markiezin Arconati Visconti (1840-1923), schonk het kasteel in 1921 aan de Belgische staat, samen met het ca. 49 ha grote park. In 1924 werd Gaasbeek voor het publiek als museum opengesteld. Sinds die tijd is het een van de grootste publiekstrekkers van het land. In 1980 werd de Vlaamse Gemeenschap de nieuwe eigenaar.
Laatmiddeleeuws en neorenaissancistisch droomkasteel
Marie Peyrat stamde af van een radicaalliberale intellectueel uit Parijs, die als journalist was begonnen en als politicus geëindigd. De appel viel niet ver van de boom, want ook zij was politiek en activistisch ingesteld. Een flamboyante socialite en genderbender met een sterke hang naar nostalgie en aanleg voor melancholie. Wellicht bracht haar vader haar in contact met geestverwanten van hem in Italië. Na amper drie jaar te zijn getrouwd werd ze in 1876 als markiezin weduwe van de Italiaanse aristocraat Giammartino Arconati Visconti en erfde ze zijn talrijke bezittingen, waaronder de burcht. Deze lag er wat vervallen bij. Vanuit haar levensmotto ‘Van het heden heb ik een afkeer en de toekomst beangstigt me’ gaf ze in 1889 een Brusselse architect de opdracht haar escapistische fantasieën waar te maken, zodat ze haar illusie van te leven in het verleden kon botvieren. Op veilingen zocht ze zorgvuldig interieurstukken en kunstvoorwerpen bijeen die perfect pasten bij de stijlkamers om de gewenste episoden uit vervlogen tijden te reconstrueren.
Ontwaakt in zijn volle glorie
De opvattingen rond hoe een museum er in de jaren ’60 en ’70 moest uitzien raasden genadeloos over de neostijlen van de markiezin, tot die recent weer in de smaak vielen. In het resultaat van de restauratie- en reconstructiecampagne tussen 2020 en 2023 zou zij echter gegarandeerd in de gangen, muren en kamers opnieuw de geest van haar geliefde romantische toevluchtsoord in het Pajottenland herkennen. De enscenering is geslaagd. Met enige verbeelding zie je de markiezin in pagekostuum zelfs tussen haar hoge gasten paraderen, omringd door haar unieke vaste kunstcollectie.
Bezoek zeker ook de museumtuin met zijn fruitbewaarplaats en bijenkasten, en in het park de Gloriëtte, Sint-Gertrudiskapel, Triomfboog, Octogoon en de neogotische schuur.