Hubert Goffin als eerste arbeider ooit de Légion d’honneur kreeg?

We zijn in het Land van Luik, begin 19e eeuw. Het huidige België is ingelijfd bij Frankrijk en het maakt deel uit van het Keizerrijk. Het is 10.30 u. op vrijdag 28 februari 1812, wanneer ploegbaas Hubert Goffin met zijn zoon van 12 beneden in de mijn van Beaujonc, in Ans, staat. Plots stroomt er water binnen in de ader van het moeras waar ze zich samen met 127 mijnwerkers bevinden.

Het lukt 35 van hen met het kolenkarretje naar boven te komen, maar de 92 anderen raken beneden ingesloten door een waterval van 70 m hoog. 22 proberen alsnog te ontsnappen, maar verdrinken. Vijf dagen en vijf nachten lang graven de 70 overlevenden onverdroten, onder de heldhaftige en moedige leiding van Goffin, zich een uitgang naar de oppervlakte. Op 4 maart, afgemat na slopende arbeid, vallen de geredden hun familie in de armen. De ploegbaas en zijn zoon, die hun plaatsje in de kolenkar hadden afgestaan, worden op eigen verzoek als laatsten bevrijd.

Door die dappere daad krijgt Hubert Goffin van Napoleon zelf de onderscheiding van Chevalier de la Légion d’honneur uitgereikt, onder applaus van de menigte. Als eerste arbeider ooit. En er hangt ook een levenslang pensioen aan vast. Ter herdenking van de 100e verjaardag van die ramp onthulde de gemeente Ans in 1912 op het gemeenteplein een standbeeld voor Goffin en zijn zoon.