Expo ‘58 Brussel: innovatie ten top
Op Expo Dubai 2020 toont België vooral zijn technologische innovaties op het vlak van slimme mobiliteit. In 1958 etaleerde Brussel op haar Expo een grenzeloos optimisme en geloof in technische en wetenschappelijke vooruitgang, die de grote verbroedering onder de mensheid tot stand zou brengen.
Donderdag 17 oktober 1958 zwaaiden op de Heizelvlakte in Brussel vol vertrouwen de deuren open van dit toekomstgerichte evenement, het eerste grote feest na de Tweede Wereldoorlog. Alle hoop was gevestigd op een nieuwe periode van economische bloei, samenwerking, vrede en broederschap tussen alle volkeren en rassen.
Elk paviljoen zijn eigen troeven
Een 40-tal nationale, internationale en een rist commerciële paviljoenen, verspreid over 2 km², probeerden het publiek te lokken met wat ze aan bijzonders en typisch te bieden hadden. België palmde zowat de helft van het terrein in en pakte trots uit met wat het in zijn mars had in de meest uiteenlopende domeinen: wetenschap, cultuur, onderwijs, energie, industrie, burgerlijke bouwkunde, communicatie en vervoer, economie, ontspanning en gezondheid en algemene ontwikkeling van het volk. Centraal stond het Atomium, een stalen constructie van negen reusachtige bollen die samen een 165 miljard keer uitvergroot ijzerkristal uitbeelden. Deze innovatieve architectuur moest de Belgische staalindustrie promoten en dienen als uitkijkpunt over de uitgestrekte site rondom. Samen met een 80 m hoge overhangende betonnen pijl, het Paviljoen van de Burgerlijke Bouwkunde, was het Atomium voor velen pure sciencefiction. Zes maanden lang kwamen ruim 41 miljoen bezoekers uit België en alle windstreken zich vergapen aan deze en tientallen andere merkwaardige bouwwerken.
Pr-campagne draaide op volle toeren
Expo ’58 Brussel grossierde in futuristische paviljoenen, maar had een voor die tijd ook moderne communicatiecampagne opgezet om een jong en onstuimig imago uit te stralen. De media stuurde een ononderbroken informatiestroom uit. Het officiële expo-logo was de vervormde vijfpuntige ster met wereldbol, ontworpen door en genoemd naar de Belgische grafisch vormgever Lucien De Roeck. Affiches en folders hingen een goed beeld op van de ontvangst-, hoffelijkheids- en promotiecampagne rond de wereldtentoonstelling. Van hoffelijkheid gesproken: alleen zorgvuldig uitgekozen dames mochten bij de paviljoenen staan. Deze zogeheten hostessen, zowat een nieuw beroep, kregen zeer strenge voorschriften qua kleding, voorkomen en gedrag opgelegd. Het plaatje van de opgeblonken wereld van morgen moest tot in de puntjes passen.
Terwijl Duke Ellington en Count Basie in het Amerikaanse paviljoen jazz speelden, gingen nieuwigheden als softijs en het driekleurig bruin-wit-roze ijsje tussen twee wafeltjes - een verwijzing naar de Belgische vlag – massaal over de toonbank. Naast chocolade en cola uiteraard. Tot op zondag 19 april 1958 het doek viel over Expo ’58 Brussel en hoewel bedoeld om na de Expo te worden gesloopt, blinkt het Atomium 60 jaar later mooier dan ooit tevoren.