Diamantwijk in Antwerpen

31/08/2020

Wist u dat 70% van de diamanten ter wereld uit Antwerpen komt? Meer bepaald uit een wijk vlak bij het station, een driehoek gevormd door de Hoveniersstraat, de Rijfstraat en de Schupstraat. Hoewel de buurt teruggaat tot de 15e eeuw, komen de eerste diamantstromen pas in 1886 op gang, in café Flora, waar de diamantairs samenkomen om ruwe en geslepen steentjes uit te wisselen en te verkopen. In 1904 wordt de Beurs voor Diamanthandel opgericht.

Beide wereldoorlogen hebben de bedrijvigheid in de diamantsector van de Scheldestad uiteraard afgeremd door de terugloop in de internationale handel. Meer nog in ’40-’45, met de massale deportatie van de wijkbewoners vanaf 1940, en in 1942, wanneer de bezetter de diamantvoorraad in de stad verdonkeremaant. Ondanks die wisselvalligheden heeft de industrie zijn deel teruggeëist. Na 1945 domineerde de Joodse gemeenschap van Antwerpen de industrie, waardoor de havenstad kon uitgroeien tot een vooraanstaand diamantcentrum. Vroeger werkten er tot 25.000 Joden in de diamantateliers. Hun aantal is sterk geslonken, want sinds de jaren ’60 zijn de Indiërs in opmars. Vijfentwintig jaar later is het die laatsten gelukt het leeuwendeel van de diamanthandel op te eisen.

In 2003 werd de wijk opgeschrikt door de ‘kraak van de eeuw’, toen 100 miljoen euro werd buitgemaakt. Dat rechtvaardigt, samen met de vrees voor aanslagen, de tweeduizend bewakingscamera’s die de gebouwen binnen en buiten afspeuren. De diamantwijk van Antwerpen krijgt vandaag concurrentie van Tel Aviv en Bombay door de vele productieverhuizingen in de sector. Toch blijft Antwerpen ’s werelds grootste diamantcentrum, waar jaarlijks 37 miljard dollar omgaat.