Charleroi-Zuid met de stad is mee geëvolueerd?

17/06/2022

Net als haar nichtje Luik-Guillemins vloeide ze uit het potlood van spoorwegarchitect Lambeau, die zich duidelijk had laten inspireren door de Gare de l’Est in Parijs. Maar anders dan Guillemins is Charleroi-Zuid nog zo goed als volledig origineel, ondanks de renovatiewerkzaamheden in 2011 en de ingrijpende stadsvernieuwing begin deze eeuw.

De monumentaliteit, zoals die van een paleis, herinnert aan het toenmalige vooruitgangsgeloof. Passagierstreinen en goederenlijnen kwamen er samen, het belang van het station liep gelijk op met de industriële groei. Centraal ligt de ontvangsthal, verlicht door twee glasramen met een rondboog. Boven op het station prijkt een standbeeld van Antoine-Félix Bouré, dat de stad symboliseert. Onder de rondboog aan de perronzijde zit een modern gebrandschilderd raam uit 1964 van Claude Carpet uit Marcinelle. Het centrale deel van het station wordt geflankeerd door twee vleugels, voor de restauratie en de ondersteunende diensten, die uitlopen op een klein paviljoen. In 1930 is het bekken van Charleroi op het toppunt van z’n bloei en het vuurt de machtigste industriepool van België aan met troeven die doen dromen: een industriebeurs, 10 vakgenootschappen, 26 koolmijnen, 13 ijzer- en staalfabrieken, 16 glasblazerijen, 9 kranten en tijdschriften, 18 consulaten naast uitgelezen restaurants en herenhuizen. Die economische macht rechtvaardigt de monumentaliteit van het station.

In 1964 zijn de grote verbouwingen voorbij. In de grote hal vind je voortaan de loketten, de wachtruimte, het inlichtingenkantoor, de krantenwinkel, het restaurant of buffet …Nochtans werd deze renovatie als heiligschennis bestempeld, zonder respect voor de originele architectuur. Het station werd ook nauw betrokken bij de modernisering van het openbaar vervoer die in Charleroi in 1971 werd ingezet. Zowel bus, tram als premetro vertrekt aan het station.

In 2005 gaat de grootste restauratie van start in de geschiedenis van het station. Architect Pol Lefèvre geeft de 19e-eeuwse gevel  zijn luister van weleer terug en de gerestaureerde glasramen hun zachte licht. Het vernieuwde station werd in 2011 plechtig ingewijd.

Er wordt ook gewerkt aan een nieuwe onderdoorgang naar de sporen, die goed bereikbaar moet zijn door onder meer liften van en naar elk perron te installeren. Zo wordt het station volledig toegankelijk voor mensen met een beperkte mobiliteit. Eind 2024 wordt vooropgesteld als eindpunt van de werkzaamheden. Tot slot is een nieuw plan gelanceerd voor de herinrichting van de hele stationsomgeving, die een levendige buurt wordt, met zowel kantoor- als woongebouwen.