België, frietparadijs. Maar de friet komt van elders?

08/05/2020

België, frietparadijs. Maar de friet komt van elders?

Geen paniek. België is en blijft het enige land ter wereld waar frieten bakken behoort tot het culinaire erfgoed en verheven wordt tot een ware kunst.

Wij, Belgen, mogen geen aanspraak maken op de uitvinding van de friet. Ene Jo Gérard, schrijver-historicus, citeerde uit een manuscript uit 1781 van Joseph Gérard, een van zijn verre voorvaderen. Joseph beweerde zich te herinneren dat vooral de armere inwoners van Namen, Andenne en Dinant al ruim honderd jaar hun dagelijkse karige maal aanvulden met kleine visjes uit de Maas, de zogeheten menu fretin, vrij vertaald ‘minderwaardige vangst’. Die bakten ze dan in olie. Wanneer ’s winters het water bevroor en vissen riskant werd, sneden ze aardappelen in fijne reepjes in de vorm van een visje. Ook die gingen de olie in. Het verhaal doet uiteraard de wenkbrauwen fronsen. Het geheugen van Joseph kon onmogelijk honderd jaar terug in de tijd reiken, Jo heeft dat befaamde manuscript nooit gepubliceerd en als klap op de vuurpijl zijn de eerste aardappelen in Wallonië pas in 1709 gesignaleerd. Exit dus de visjeshistorie van Jo Gérard.

Onze Franse vrienden, ontegenzeggelijk bedreven in de hogere kookkunst, kunnen de pluimen evenmin op hun hoed steken. Zij situeren de eerste frietenbak op de Pont-Neuf, de oudste brug van Parijs, in 1810. De naam

van hun pionier zijn ze helaas vergeten. Klopt niet. Tijdens kermissen en dorpsfeesten op het Franse platteland werden al eerder frieten gebakken. Dat Thomas Jefferson, van 1784 tot 1789 gezant in Parijs en van 1801 tot 1809 de derde Amerikaanse president, de friet op het Witte Huis heeft geïntroduceerd en aan de oorsprong ligt van de benaming French fries is evenzeer uit de lucht gegrepen. Trouwens, to french dateert pas van 1894 en betekent in Amerika ‘aan reepjes snijden’.

Nee, de wortels van de friet liggen in het Spaanse Sevilla. In 1575 trad de heilige Teresa van Ávila in het klooster van de ongeschoeide karmelietessen Los Remedios in. Zij kende de aardappel via haar vader en broers die in Zuid-Amerika woonden, het brongebied van de knol, en prees als blije keukenprinses lekker eten aan als een probaat middel tegen melancholie en eenzaamheid. Op haar aandringen werden in de kloostertuin aardappels gekweekt. Aangevuurd door haar creativiteit en de transsubstantiatieleer heeft ze op een dag kleine Christusfiguurtjes uit een aardappel gesneden, in hete olie gebakken en smakelijk verorberd. De reepjes vielen weleens uiteen in een arm of een been hier en daar, maar de friet was geboren.

Wat maakt van België zoal het frietland bij uitstek? De optimale en ongeëvenaarde bereidingswijze met ongeraffineerd rundvet als bakstof, liefst met wat paarden- of geitenvet erbij. De juiste verhoudingen zijn natuurlijk het geheim van elke frietbakker. En de voor- en afbak natuurlijk. Of de waaier aan frietkottypes: de frituurwagen, caravan, bus, barak, chalet, kermisfrituur, frietannex, huis-, villa- en designfrituur. Een brok volkscultuur op zich!