Auguste Rodin liet in Brussel tal van sculpturale sporen na

06/10/2020

In de tweede helft van de 19e eeuw verrijzen overal in het jonge België standbeelden om een nationale identiteit op te bouwen die haar helden verheerlijkt. In die periode ook worden in de hoofdstad, onder impuls van het staatshoofd, een reeks voorname gebouwen opgetrokken, een ode aan cultuur en industrie. Werk genoeg dus voor de kunstenaars, Belgen én buitenlanders. Auguste Rodin, de toekomstige meester-beeldhouwer van zijn tijd, springt mee op de kar. De jonge beeldhouwer werkt samen met Carrier-Belleuse aan het nieuwe Beursgebouw in Brussel, waar hij een sierfries aanbracht met de voorstellingen van nijverheid, landbouw, kunsten en wetenschappen.

Het jaar daarop reist zijn levenspartner, muze en model (MignonBelloneL’Alsacienne), Rose Beuret, hem na naar Brussel. In 1873 sluit hij een contract met de Belgische beeldhouwer Antoine-Joseph Van Rasbourgh (1831-1902), die vroeger ook werkte voor Carrier-Belleuse. Ze leggen zich vooral toe op de verfraaiing van de openbare gebouwen in Brussel.

Zijn eerste belangrijke brons, De Bronstijd, een levensgrote voorstelling van de jonge Belgische soldaat Auguste Neyt, werd gemaakt in België en eerst in Brussel en daarna in Parijs tentoongesteld, waar hij in 1877 naar terugkeerde.

Ondertussen zat de grootste beeldhouwer van zijn eeuw amper stil, als je ziet wat de Belgische hoofdstad aan hem te danken heeft. Tal van zijn werk siert voorname gebouwen: de kariatiden buiten aan het Beursgebouw, de figuren boven op de tuinmuur rond het Academiënpaleis, de allegorische voorstelling van de provincies in de Troonzaal van het koninklijk paleis, de Atlantes et Cariatides du Boulevard Anspach en zelfs de buste van Beethoven, omringd door kleine gevleugelde zinnebeelden en kariatiden, die nog altijd prijkt op de gevel van het conservatorium.

In zijn memoires schrijft Rodin dat hij in België zijn mooiste jaren heeft beleefd; zijn talrijke werken zijn er de schitterende getuigen van.

.