De Neve bekroond voor werk in de medische fysica
De American Association of Physicists in Medicine (AAPM) heeft professor Wilfried De Neve een Honorary Membership Award toegekend voor zijn bijdrage aan de medische fysica. Het AAPM benadrukt dat het door onderzoekers als De Neve is, dat bestraling een effectieve behandeling blijft naast chemotherapie en chirurgie. De Neves werk heeft bovendien sterk bijgedragen tot het verminderen van de negatieve invloed van bestraling op gezond lichaamsweefsel.
Wilfried De Neve studeerde in 1981 af aan de Vrije Universiteit Brussel en werkte daarna onder andere bij het Bordet Instituut in Brussel, het Rotterdams Radiotherapeutisch Instituut en het Universitair Ziekenhuis Brussel. Hij volgde zowel cursussen informatica, werktuigbouwkunde en statistiek. Na zijn promotieonderzoek over de biochemische modulatie van straling in de VS, keerde hij in 1988 terug naar België.
In 1993 wordt hij hoofd van de vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek van de UGent en bracht daar natuurkundigen, ingenieurs en stralingsoncologen samen om radiotherapie te verbeteren. Hij was een pionier in de intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT). Dankzij IMRT kan onder andere het droge ogen syndroom en blindheid vermeden worden bij sinus- en neusholtekanker en vermindert de chronische toxiciteit bij diverse andere hoofd- en nekkankers.
De Neve ontwikkelde ook IMRT-technieken en medische hulpmiddelen om borstkanker in buikligging te behandelen. Zijn onderzoek had een drievoudige vermindering van de acute toxiciteit van borstkankerbestraling als resultaat, terwijl ook het risico op longkanker en hartfalen op late leeftijd daalde.
Wilfried De Neve doceert stralingsfysica, IMRT en deeltjestherapie aan het ESTRO, de European Society of Therapeutic Radiation and Oncology. In 2009 ontving hij van ESTRO de Honorary Physicist Award.
De AAPM rijkt zijn erelidschapsawards uit aan personen om hen te erkennen voor de bijdragen die ze leverden aan organisaties die medische fysica ondersteunen. De prijs erkent dus niet enkel het individu, maar ook de organisaties waar het onderzoek gebeurt.