De Belgen zagen ze weer vliegen

09/02/2018

Natuurpunt, en haar Waalse zusterorganisatie Natagora, joegen op 3 en 4 februari de Belgen hun tuin in om, naar goede jaarlijkse gewoonte, andermaal vogels te gaan tellen. Blijkbaar werd massaal gehoor gegeven aan de oproep van de natuurverenigingen.

De resultaten zijn ronduit duizelingwekkend. Tienduizenden landgenoten namen deel aan het Grote Vogelweekend/Devine qui vient manger au jardin. In duizenden tuinen in heel het land kwamen in totaal liefst bijna één miljoen vogels langs. Het was een en al bedrijvigheid rond de voederplanken, die geregeld moesten worden aangevuld.

Hoewel het beeld wisselt naar gelang van het landsgedeelte vallen er toch enkele overeenkomsten op. Zo is de koolmees het vaakst geteld, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Anderzijds lijkt het usutuvirus onder de merelpopulatie harder toe te slaan in Vlaanderen dan in Wallonië, waar de zwarte merel zelfs de zilveren medaille wegkaapt. In Vlaanderen moet de huismus zich in 2018 tevreden stellen met de tweede plaats terwijl ze er vorig jaar nog op één stond. Op drie staan respectievelijk de vink en het roodborstje. In Wallonië doen de bosvogels het dit jaar uitstekend.

Bij ons minder voorkomende zaadeters zijn deze winter blijkbaar in groten getale vanuit het noorden afgezakt naar West-Europa. Met name de appelvink of de barmsijs, herkenbaar aan zijn rode borst en buikstrepen. Die laatste is vooral tuk op een braakliggend hoekje in de tuin.

Nadere info op https://vogelweekend.natuurpunt.be (Vlaanderen) en op http://oiseaux.natagora.be/index.php?id=2609 (Wallonië en Brussel).