Belgische Egyptologen ontdekken het geheim van farao Achnaton

17/03/2015

De Egyptische farao Achnaton, meest bekend om zijn vrouw Nefertiti en opvolger Toetanchamon, liet tussen 1350 en 1335 voor Christus een enorme nieuwe hoofdstad bouwen in de woestijn. Egyptologen vroegen zich lange tijd af hoe Achnaton erin geslaagd was om op 15 jaar tijd een volledige stad uit de grond te stampen. Leuvense onderzoekers ontdekten dat een grote industriële zone vlak naast de stad, met honderden steengroeves en een uitgebreid wegenpatroon, dit mogelijk maakte. De ontdekking toont aan dat de bouw van Amarna een megaproject van ongekende schaal moet zijn geweest.

De intrigerende gebeurtenissen tijdens het leven van Achnaton, zijn vrouw Nefertiti en hun opvolger Toetanchamon hebben ertoe geleid dat de Amarnaperiode een van de meest onderzochte periodes uit de Egyptische geschiedenis is. "Amarna is erg interessant voor Egyptologen", legt professor Harco Willems van de KU Leuven uit. "De meeste onderzoeken focussen echter op de stad zelf, maar wij hebben net daarbuiten iets interessants gevonden. Er zijn indertijd erg veel grote gebouwen en paleizen gebouwd in de stad, maar daar blijft niet veel meer van over. Tot nog toe was onbekend hoe ze zo snel een stad van die grootte hebben kunnen bouwen. Nu blijkt dat er een heuse industriële achterbouw aan de stad was. Wij hebben ontdekt waar ze al die stenen vandaan haalden om die stad in zo’n snel tempo uit te bouwen. Je komt eerst terecht in de industriële buitenwijken vooraleer je het echte stadscentrum bereikt. Zoiets hebben we nog nooit gezien in Egypte."

Het team van professor Harco Willems (KU Leuven) vond vorig jaar reeds de resten van een industriële buitenwijk. Nu blijkt dat de industriezone zich uitstrekt tot 12 kilometer ten noorden van de stad. De Egyptologen ontdekten er honderden steengroeves waar talatatblokken werden geproduceerd. Dit kleiner type bouwblokken werd enkel tijdens de Amarnaperiode gebruikt. De groeves zijn zo groot dat de Egyptenaren er zeker miljoenen van dergelijke bouwblokken uit konden halen.

In de groeves vonden professor Willems en zijn team bovendien talloze teksten en dateringen die daar werden achter gelaten door de werklui. Ze ontdekten ook heel wat graffiti, waaronder afbeeldingen van de zonnegod.

Het industriële gebied werd doorkruist door tientallen wegen en paden. Met behulp van satellietfoto’s konden de onderzoekers dit hele netwerk in kaart brengen. De meeste paden liepen naar de Nijl, waar vermoedelijk over een lengte van 10 kilometer verschillende kleine havens gevestigd waren. Eén gebied bevond zich zo hoog in de woestijn dat deze blokken via een transportweg naar Amarna werden vervoerd.

Het onderzoek van Willems is een jaar of zes geleden begonnen. Eerst was het vooral gefocust op de steengroeves zelf, daarna is via satellietfotografie het wegenpatroon in kaart gebracht. "Wie aan Egypte denkt, denkt aan piramides en andere grote monumenten, maar wij proberen hele regio’s in kaart te brengen en hoe die samenhangen", verduidelijkt Willems. "Vergelijk het met een Belgische stad uit de middeleeuwen, zoals Gent. Je moet niet alleen de Sint-Niklaaskerk bestuderen, maar ook hoe het middeleeuwse stratenpatroon in elkaar zat."