Eerste olympische medaille in het wielrennen
Wout van Aert eindigde tweede op de wegrit op de OS in Tokio. Zo bezorgt hij België zijn eerste medaille tijdens deze Olympische Spelen.
De Belgische renners hadden besloten de koers te gaan controleren. Meermaals zochten ze aansluiting bij wie de hele rit lang tijdens ontsnappingen aan de haal waren gegaan. Er was al veel energie gestoken in pogingen om op minder dan 50 km van de eindstreep te hergroeperen.
De beslissing zou dus vallen op enkele tientallen kilometers van dit 234 km lange parcours met 4.865 hoogtemeters. De laatste Tourwinnaar, de Sloveen Tadej Pogačar, besloot namelijk aan te vallen, met in zijn zog enkele andere jongens. Terwijl de Belg Remco Evenepoel meteen instortte, bleef Wout van Aert aanklampen. Maar helemaal alleen, zonder ruggensteun, maakte men het hem knap lastig om vooraan te komen.
10 km voor de aankomst geloofde de Belg er nochtans nog in. Maar de frissere Ecuadoraan Carapaz stoof er alleen vandoor, recht naar het goud. Het gebeurde allemaal achter hem, in de sprint. Daar klopte Wout van Aert nipt de tweevoudige Tourwinnaar.
Deze zilveren medaille, met bravoure veroverd, sluit naadloos aan bij het topseizoen van de Belg.