Belgische bergbeklimmer Niels Jespers bedwingt de K2
Hoewel de Kaitu, de K2, het met welgeteld 237 m moet afleggen tegen de Mount Everest, ’s werelds hoogste, is hij berucht om zijn steilheid, vele kloven, vallend gesteente en risico op lawines. De 35-jarige Niels Jespers wist als eerste Belg ooit de berg te bedwingen zonder extra zuurstof of de assistentie van sherpa’s.
Het grote publiek zegt die anonieme afkorting weinig, bergbeklimmers klinkt ze daarentegen als een klok in de oren. In 1856 beschreef de Britse kolonel Thomas George Montgomerie het Karakoramgebergte, op de grens van Pakistan en China. Hij nummerde de opeenvolgende pieken die hij tegenkwam, vijf in totaal, netjes als K1, K2, K3, K4 en K5. Alleen K2 behield zijn oorspronkelijk reeksnummer, dat in een lokale taal klinkt als ketu. De Italiaanse alpinisten Lino Lacedelli en Achille Compagnoni stonden als allereersten ooit op de top van de K2, op 31 juli 1954. Het schemerde al en Compagnoni wilde de terugkeer tot ’s anderendaags uitstellen. Lacedelli wist dat dat hun dood zou betekenen. Alleen door te dreigen zijn compagnon een houw met zijn ijsbijl te geven, bracht hij Compagnoni meteen op andere gedachten.
Terwijl de Mount Everest al een paar duizend keer is beklommen, hebben amper 400 klimmers de levensgevaarlijke tocht naar de top van de Killer Mountain gemaakt. Vooral de afdaling is berucht. Door zijn ijzersterke fysiek en enorme doorzettingsvermogen – enkele dagen eerder stond hij nog boven op Broad Peak (K3) - bracht Niels de prestatie tot een goed einde.