Tussen augustus en oktober 1914 staken ruim anderhalf miljoen Belgen de landsgrenzen over, gedreven door angst voor de Duitse gruwel en de bloedige gevechten. Zowel in Frankrijk, Engeland als Nederland viel deze vluchtelingen bij aankomst een overweldigende edelmoedigheid te beurt. Maar hoewel aan het begin van de oorlog de lokale bevolking in de gastlanden de vluchtelingen uit Poor Little Belgium veeleer gunstig gezind was, werd ze gaandeweg argwanend en afstandelijk. Toen de vijandelijkheden uitbraken, werden de Belgische immigranten beschouwd als overlevenden van de barbaarsheid en mensen uit een zwaargeteisterd landje dat heldhaftig en tegen alle verwachtingen in een qua manschappen én materiaal veel sterkere overweldenaar het hoofd bood. Sommige kranten destijds aarzelden niet koning Albert I en zijn troepen te vergelijken met koning Leonidas, die in 480 v. Chr. met zijn 300 Spartanen stand hield tegen het enorme Perzische leger in de Slag bij Thermopylae.
Maar die empathie brokkelde af met de tijd. Je kan zelfs stellen dat naarmate de oorlog vastliep de Belgische burgers niet meer op de lankmoedigheid van de lokale bevolking konden rekenen. Ze gingen door voor ‘onderduikers’, veilig ver van het strijdtoneel terwijl hun eigen kinderen en vaders aan het front vochten! In Groot-Brittannië brak oproer uit in 1916, want de lokale bevolking zag in de integratie van Belgische werknemers in de Britse economie een bedreiging van hun eigen jobs. Dat verwijt stoelt op het feit dat zij bereid waren tegen een lager loon te werken dan de Britten, langere dagen te maken en zelfs op zon- en feestdagen te werken. Te bedenken valt ook dat op 24 januari 1916 de regering besloot de dienstplicht in te voeren (waar de Belgen aan ontsnapten). Die wet werd van kracht op 4 mei daarop en dat jaar vond de Slag bij de Somme plaats, de eerste grootscheepse operatie voor het Britse leger en het Gemenebest. Maar de eerste dag van die slag, 1 juli 1916, verliep ronduit catastrofaal voor het leger van Zijne Majesteit: 58.000 soldaten uitgeschakeld, waarvan 19.240 doden. Het was de bloedigste dag in de geschiedenis van het Britse leger en na afloop van de strijd, in november, waren de totale verliezen immens: 500.000 Britten of burgers van het Gemenest gesneuveld, verdwenen of gewond.
Agatha Christie werd geboren en groeide op in Torquay, in het graafschap Devon, een badplaats waar tal van Belgen zich in de Eerste Wereldoorlog schuilhielden. Trouwens, ze gaf toe dat ze haar inspiratie voor Hercule Poirot, een fictieve Belgische detective, meer bepaald vond bij Belgische vluchtelingen die na de Groote Oorlog in een naburige parochie woonden. Een gedrongen man op rijpe leeftijd, met een eivormig hoofd, fatterig voorkomen, geverfd haar, groene kattenogen, zorgvuldig met pommade opgekrulde snor, altijd piekfijn uitgedost als om door een ringetje te halen. In de voor film en televisie bewerkte romans werd zijn personage vertolkt door tal van acteurs (Albert Finney, Peter Ustinov, Kenneth Branag …), maar ongetwijfeld bleef David Suchet het dichtst bij de romanfiguur.
In de rubriek Kent u deze Belgen? op deze site is een artikel gewijd aan Hercule Poirot.