In het negende Kuifje-album, De Krab met de Gulden Scharen uit 1941, duikt voor het eerst de man op die later de trouwe vriend en aangever wordt van de beroemde reporter uit Le Petit Vingtième.
Het moet gezegd dat hij van meet af aan niks heldhaftigs had, compleet afgestompt door de alcohol en onder de duim van zijn tweede stuurman. Niks wijst erop dat de kapitein van de Karaboudjan een schitterende carrière wachtte. Nochtans maakt hij alle avonturen mee, de ouwe zeebonk met zijn eindeloze vracht scheldwoorden. Ze zijn amper te tellen, maar duizend bommen en granaten of honderdduizend miljard bliksembommen en dondergranaten of nog ellendelaren zijn het bekendst.
De kapitein, een groot liefhebber van Schotse whisky, vooral van Loch Lemond, is een man uit één stuk. Kuifjes trouwe vriend – hij volgt hem zelfs tot op de maan – is licht ontvlambaar maar heeft het hart op de tong. Hij en zijn voorvader, ridder François de Hadoque en kapitein bij de koninklijke marine van Lodewijk XIV, zijn zelfs de hoofdpersonages in het album Het Geheim van de Eenhoorn. Daar komt ook kasteel Molensloot in voor, dat iets later de kapiteinswoning wordt.
Hergés eerste vrouw, Germaine Kiekens, beweert dat de naam Haddock is ontleend aan de gerookte vis die zijn bedenker was voorgeschoteld.