Het Festival van Cannes sloot voor de Belgische filmdelegatie af met drie toppers. De gebroeders Dardenne wonnen de prijs voor beste regie met Le Jeune Ahmed. De Caméra d’Or ging naar de Belgische film Nuestras Madres. En Atlantique tot slot behaalde de Grand Prix.
Met Le Jeune Ahmed snijden de gebroeders Dardenne het delicate thema radicalisering aan. Een jonge tiener wordt door zijn imam geradicaliseerd en voor zijn karretje gespannen. De regisseurs gingen niet op zoek naar de redenen van zijn radicalisering, maar wilden weten hoe het zo’n jongen in het deradicaliseringskamp vergaat. Het is een sobere, soms ijzige, film waarin de gebroeders Dardenne hebben geprobeerd ‘religieuze radicalisering juist in te schatten’. Ze gingen met de prijs voor de regie aan de haal. Op de persconferentie zeiden ze: ‘We droomden er al van sinds de gebroeders Coen hem hadden gewonnen, want het is de kern van ons werk. We zijn er erg blij mee. We hebben zelden een jongen met zo veel gevoel voor ritme geregisseerd. Hij heeft ons verrast. Noem hem gerust de derde regisseur.’
Nog een topper van de Belgische Franstalige film: Nuestras Madres, die de Caméra d’Or won voor het beste regiedebuut. Deze langspeelfictiefilm van César Diaz vertelt over de burgeroorlog in Guatemala, aan de hand van de getuigenissen verzameld door een jonge antropoloog die de vermisten probeert te identificeren.
Tot slot is er de Belgische coproductie en langspeler Atlantique, de winnaar van de Grand Prix du Jury, over clandestiene migratie en de wanhoop van de vrouwen die in hun land achterblijven nadat hun mannen zijn vertrokken.
Drie prachtprestaties voor de Belgische film.