Irène Van Der Bracht wordt geboren op 8 februari 1891 in het Oost-Vlaamse Erwetegem.
Ze is al onderwijzeres aan het College Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn in Eeklo en behaalt een staatsdiploma leraar lichamelijke opvoeding wanneer ze zich inschrijft aan het Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding (HILO) van de UGent om licentiate te worden. Destijds konden meisjes die een academische titel aan hun opleiding wilden breien zowat alleen die studierichting kiezen, want je moest klassiek middelbaar onderwijs hebben gedaan om zich aan de universiteit in te schrijven. Maar de wetgever had geen meisjeshumaniora ingesteld. Het instituut, opgericht in 1908, trekt jonge vrouwen aan: je hoeft geen humanioradiploma te hebben én de opleiding is kort: drie jaar. Irène Van Der Bracht wordt licentiate met onderscheiding. Ze is daarmee een van de vier jonge vrouwen die hun traject tussen 1908 en 1914 met succes hebben doorlopen.
Na haar studie, in 1913, wordt Irène ‘voorlopig’ aangenomen ter vervanging van een leerkracht die weggaat. Haar geringe salaris van 150 frank per maand is evenveel als dat van een beginnend onderwijzer. In 1914 weigert de jonge patriot onder het Duitse juk te werken. Maar met niks omhanden gedurende de oorlog krijgt ze het financieel moeilijk. Daardoor vraagt ze haar statuut te herzien en tot het hoogleraarschap te worden toegelaten. Alleen de titel ‘docent’ wordt haar gegund, maar zonder de salarisaanpassing die haar zou hebben opgetild tot het niveau van haar mannelijke homoloog. In 1920 trouwt ze met Jules Van Den Ostende, de conservator van de universiteitsgebouwen. Het huwelijk zet een punt achter haar geldzorgen maar geeft haar beroepshalve niet méér erkenning. Hoewel de werklast door de vernederlandsing van de universiteit toeneemt, legt men haar herhaalde aanvragen voor een salarisverhoging naast zich neer, om onbenullige redenen, wellicht voorwendsels om haar niet te gunnen wat mannelijke collega wél hadden verworven. Ondanks een negatief advies van het HILO benoemt socialistisch minister van Kunst en Wetenschappen, Camille Huysmans, haar op 10 oktober 1925 tot hoogleraar. Zo verwierf Irène Van Der Bracht als eerste Belgische vrouw zulk een hoge graad.
Buiten de universiteit is Irène verslaggeefster op het zevende Internationaal Congres voor Lichamelijke Opvoeding, dat in 1935 in Brussel wordt gehouden. Ze ontving twee keer de graad van ridder: in de Kroonorde in 1928 en daarna in de Leopoldsorde in 1934. Ze overleed op 7 oktober 1941 in Sint-Amandsberg.
© Collectie Universiteitsarchief Gent, Henri De Jonghe