Weldra opnieuw koninklijk bezoek in 'Aux Armes de Bruxelles'?
Na de wisselvalligheden van de afgelopen maanden heeft brasserie 'Aux Armes de Bruxelles' in de overbekende Beenhouwersstraat, hartje Brussel, haar glans van weleer teruggevonden. Op 11 oktober ging deze parel aan de kroon van het Brusselse culinaire erfgoed opnieuw open.
Drie generaties lang was Aux Armes de Bruxelles in handen van de familie Veulemans, tot in 2007. Begin 20e eeuw trok een jongeman uit het Vlaams-Brabantse dorp Hoeleden, bij Tienen, naar de grote stad om er werk te zoeken. Calixte Veulemans - zo heette hij - werkte eerst als kelner in een paar café chantants en vervolgens als hulpkelner bij Friture Henri aan de Papenvest, die hij later overnam en omdoopte tot Chez Calixte. In 1921 kocht hij in de Beenhouwersstraat een taverne met de naam Aux Armes de Bruxelles, de stamkroeg van de koetsiers van een wisselplaats van de post in de naburige Greepstraat. Al snel bouwde hij de zaak uit tot een klasserestaurant. Om de transportproblemen van de verse mosselen uit Zeeland te overbruggen, sloot hij een overeenkomst met een mosselboer uit Yerseke om zijn aanvoer dagelijks per vrachtwagen te laten leveren en zo de versheid te garanderen. Hij is overigens de bedenker van de nu courante bereidingswijze van mosselen in aparte kookpotten, en van de moules à l'escargot, mosselen met lookboter gebakken in de oven. In 1941 trouwde Calixte met Anne-Marie Moreau, met wie hij vier kinderen kreeg. Ook het restaurant bleef maar uitbreiden: zo kocht hij in 1927 een huisje in de Korte Beenhouwersstraat, in 1953 nog een pand op de hoek en in 1963 La Rose Noire, een indertijd beroemde jazztent in diezelfde Korte Beenhouwersstraat, waar mensen als Jacques Brel en Georges Moustaki nog hebben rondgehangen. Het bekende volkje was trouwens ook niet vies van de keuken van Aux Armes de Bruxelles. Zo mocht Veulemans heel wat beroemdheden ontvangen, zoals koning Leopold III, die er elke maand zijn portie zeetong en mosselen kwam nuttigen, maar ook artiesten als Jacques Brel, André Brasseur, Fernandel, Toots Thielemans en Johnny Halliday kwamen er graag over de vloer. In 2007 besloten de kleinkinderen van oprichter Calixte in te gaan op een bod van de Franse restaurantgroep Flo, vooral bekend van een twintigtal brasserieën in Parijs en elders in Frankrijk.
Ruim tien jaar later hebben Rudy Vanlancker, de mosselkoning van het volkse Chez Léon recht ertegenover, en zoon Kevin Aux Armes de Bruxelles na het faillissement overgenomen. Inmiddels beantwoordt de brasserie opnieuw aan alle normen op het vlak van kwaliteit, veiligheid en hygiëne. De keuken is volledig herbouwd terwijl de eetzaal, waar plaats is voor 340 gasten, op basis van oude foto’s van de familie Veulemans is gerenoveerd. De nieuwe zaakvoerder is vastbesloten zijn brasserie haar uitstraling van weleer terug te geven en met name de Brusselaars van de benedenstad weer als trouwe klanten aan zich te binden. Misschien zit er zelfs opnieuw een ster in?