Waar zijn de Brusselse kastanjepoffers gebleven?

23/07/2024

Tot enkele decennia geleden verspreidde elk jaar vanaf 2 oktober de lekker zoete geur van gepofte kastanjes zich over de centrale lanen en menig plein in Brussel. Een gastronomische traditie die jammer genoeg op sterven na dood is.

Marie Jacobs stamde uit een dynastie van kastanjepoffers. Tussen de Beurs en het De Brouckèreplein op de Anspachlaan in Brussel verkocht ze de hete herfstlekkernij aan haar vaste kraam. Ruim een halve eeuw lang schoven de hoofdstedelijke flaneerders aan in lange rijen. Ze zat samen met haar zes broers en zussen in de stiel. Vóór hen deden hun ouders, neven en nichten hetzelfde.

De eetbare variant van de vrucht is ovaal, vrij plat bovenaan, met een wit uitsteeksel onderaan, zit in een bolster met lange, dunne naalden en smaakt nootachtig. Eerst krijgt ze in de schil een sneetje, anders poft ze niet, maar ontploft ze. Na een vijftal minuten op de hete plaat is de kastanje eetklaar. Trouwens, voelt u zich na het nuttigen van een of twee stuks misselijk, kunt u er donder op zeggen dat u ze met een wilde of paardenkastanje hebt verwisseld.

Tot 1989 waren het nog Brusselse of Belgische exemplaren, afkomstig van aloude tamme kastanjebomen uit enkele particuliere stadstuinen. Waarom de inlandse er toen de brui aan heeft gegeven, is onzeker. Feit is wel dat de Italiaanse beschouwd worden als de beste van Europa. Die palmden de markt bij ons in. Om een of andere vreemde reden geldt 2 oktober – en geen dag eerder – onder kenners als dé datum waarop jaarlijks de aftrap wordt gegeven voor het poffen van kastanjes van goede kwaliteit. Nog zo’n nuttig weetje als u niet wilt afgaan als een gieter: bestel nooit voor x aantal gram, maar uitsluitend een veelvoud van 7, eventueel vermeerderd met 3. Pas als u weggaat van de kraam met 7, 10, 14, 17, 21, 24 …  stuks, zult u opzien baren bij de verkoper. Tenminste als u er in het najaar nog ergens eentje treft, op bijvoorbeeld een foodfestival of met hééél veel geluk langs de openbare weg …