Tekening van De Blauwe Lotus brengt nieuw recordbedrag op voor Hergé
Verwacht werd dat het coverontwerp van het Kuifje-album De Blauwe Lotus van Hergé 2,2 à 2,8 miljoen euro zou opbrengen, maar op 14 januari kwam het bij Artcurial Paris voor 3,175 miljoen euro onder de hamer. Daarmee is het de duurste striptekening ooit op een veiling verkocht en is Hergé een vaste waarde voor wie wil investeren in moderne kunst.
Het werk van Hergé uit 1936, 40 cm terzijde, in Oost-Indische inkt en gouache, toont al de picturale rijkdom van de artiest. De zwarte achtergrond contrasteert met het levendige rood van de draak en het helblauw van de vaas. De afloop van de veiling is zowel te gek als dramatisch. In 1936 had Louis Casterman, de uitgever van Kuifje, het ontwerp geweigerd. Niet om zijn artistieke kwaliteit maar om zijn technische complexiteit, wat het drukken té duur zou hebben gemaakt. Uiteindelijk kiest Hergé voor de nu nog bekende vereenvoudigde versie op een rode achtergrond.
De verkoop van dit werk door een afstammeling van Louis Casterman veroorzaakt van bij de aankondiging ophef. Het verhaal wil dat Hergé ze geschonken heeft aan Jean-Paul Casterman, de toen 7-jarige zoon van Louis, die ze zorgvuldig had bewaard in zijn lade. Pas in 1981 is ze weer opgedoken, toen ze als basis diende voor een litho uitgegeven bij het weerzien van Hergé en zijn oude vriend Tchang. De erfgenamen van de artiest beweren dat hij de tekening nooit heeft geschonken en evenmin ooit heeft teruggekregen. Deze versie van de feiten is echter nooit bewezen. Trouwens, in de periode dat de litho is uitgegeven heeft Stichting Moulinsart, die de exploitatierechten op Kuifje-tekeningen beheert, niet geprobeerd ze op te eisen. Zou het nieuwe recordbedrag de redenen van die polemiek ophelderen?