Shanghai ontdekt verschillende facetten van Hergé
De grootste tentoonstelling ooit in de wereld over de Belgische tekenaar loopt momenteel en nog tot eind oktober in Shanghai. Kuifje en Hergé strekt zich uit over 1.600 m² of 25% meer dan die in het Grand Palais in 2016 in Parijs.
Terwijl Kuifje China al in 1936 ontdekt, in De Blauwe Lotus, leren de meeste Chinezen de Belgische avonturier-reporter pas vanaf 2001 kennen, bij de eerste officiële vertalingen. Sindsdien is de serie ongemeen populair, gezien de 15 miljoen verkochte albums in het Middenrijk.
In het vierde album uit de reeks wordt een hele zaal ingeruimd voor de avonturen van Ding-Ding (Kuifje in het Chinees), met als hoogtepunt het relaas van de ontmoeting tussen de tekenaar en Tchang Tchong-Jen uit Shanghai, die in 1934 in Brussel schone kunsten kwam studeren en boezemvriend en raadgever van Hergé werd. Die vriendschap had een grote impact op Hergé toen hij De Blauwe Lotus maakte, veelal beschouwd als een keerpunt in zijn carrière, zowel artistiek als ideologisch.
Ondanks Kuifjes charisma hoeft zijn schepper niet onder te doen voor zijn personage, want de expo besteedt veel aandacht aan de ontdekking van Hergé en zijn voorliefde voor hedendaagse kunst en fascinatie voor de oude en primitieve beschavingen die in zijn werk een plaats krijgen.