Goudgele nectar voor mens en dier, Elixir d’Anvers
Likeuren die zowel heerlijk smaken als de spijsvertering bevorderen? Ze bestaan. Elixir d’Anvers is er zo eentje. Al van in 1863 weet dit sterk aromatische distillaat van 32 kruiden en specerijen te bekoren.
Op 19 maart 1863 legde de stamvader van het familiebedrijf, François-Xavier de Beukelaer, de laatste hand aan een drankje dat tegelijk lekker en weldadig voor lichaam en geest moest zijn. Zijn studie genees- en artsenijkunde was daar niet vreemd aan. Algauw regende het medailles en schoot de verkoop de hoogte in. Het elixir kreeg zelfs een lintje van Louis Pasteur.
De basis is zuivere alcohol en dat kruidenmengsel dus, met kaneel, saffraan, steranijs ... De andere blijven in de familie. Ze worden in een distilleerketel gelegd en dan komt de zuivere alcohol erbij. Nadat de ingrediënten 24 uur hebben geweekt, wordt de ketel verhit en stijgen de alcoholdampen met alle aroma’s op. Dat distillaat wordt gemengd met zuivere alcohol, zacht water en suiker. Na enkele maanden rijpen in oude eikenhouten vaten krijgt het elixir zijn fijne afgeronde smaak. Elixir d’Anvers herkent u aan de achtkantige fles met het etiket in de Belgische driekleur en daarop de naam François-Xavier de Beukelaer en het provinciewapen.
Goed voor apathische vrouwen, gestreste mannen, slome paarden én in de jaren 1920 voor olifant Babar in de Zoo van Antwerpen. Veeartsen waren ten einde raad met hem maar feit is dat hij na drie flessen weer helemaal de ouwe was. Dus als ú zich nog ’s wat slapjes voelt …