Belgische kermiscultuur door UNESCO erkend als immaterieel cultureel erfgoed

15/04/2025

Onlangs is onze rijke kermiscultuur door de UNESCO uitgeroepen tot immaterieel cultureel erfgoed, dankzij haar unieke sociale en culturele karakter.

De wortels van de kermis zoals wij die vandaag kennen, liggen in de middeleeuwen. Mensen kwamen jaarlijks bijeen om de dag dat hun kerk werd ingezegend te herdenken met een speciale hoogmis, opgeluisterd met zang en muziek, en processies. Rond de kerk werd er feest gevierd in de openlucht, met muziek, eten en drinken. De naam van dat feest, kermis, is trouwens afgeleid van het woord ‘kerkmis’. Veel steden telden verscheidene parochies, die meestal elk hun eigen kermis hielden. En sommige duurden wel weken aan een stuk. Gaandeweg breidde het gebeuren uit met dans, spelletjes, allerlei soorten handel en vermaak van niet zelden bedenkelijk allooi. Kwakzalvers en andere bedrieglijke lui deden gouden zaken. Drankmisbruik, onzedelijk gedrag en vechtpartijen waren aan de orde van de dag. Later kon het publiek zich vergapen aan freakshows, circusacts met acrobaten en dieren, en zelfs filmvoorstellingen. De traditionele attracties die wij met de kermis associëren, zoals de rupsbaan, het reuzenrad, de botsautootjes, doken pas op na de Tweede Wereldoorlog en de booster of de vrije val zijn van nog recenter datum.

Maar altijd al stond kermis garant voor amusement, gezellig samenzijn en sociale cohesie. Met haar erkenning huldigt de UNESCO de 850 kermisfamilies in België en vrijwaart ze de traditie van het kermisleven voor de volgende generaties.