Slagveld van Waterloo brengt zeldzame vondst aan het licht

27/07/2022

Zondag 18 juni 1815 betekende voor Napoleon de zwanenzang. Een Europees coalitieleger van Engelse, Pruisische en Nederlandse troepen hakte de afgezette keizer in de pan in Mont-Saint-Jean, een 10-tal km in vogelvlucht ten zuiden van Brussel. Er vielen naar schatting 20.000 doden in wat de legendarische Slag van Waterloo ging heten. Eén intact skelet is nu opgegraven.

Nieuw zijn de archeologische opgravingen op de plaats waar het bloedige strijdtafereel zich afspeelde nochtans niet. Extreem zeldzaam is wel wat daarbij deze zomer aan het licht is gekomen in de boomgaard langs de vroegere boerderij Mont-Saint-Jean, nu Brasserie de Waterloo, in het gelijknamige Waals-Brabantse gehucht. Althans voor een Napoleontisch slagveld. Eén intact skelet van waarschijnlijk een Engelse militair, tussen stoffelijke resten van minstens drie paarden of muilezels en wat metalen munitiedozen. In 2019 al zijn overblijfselen van geamputeerde ledematen ontdekt.

De plek was destijds het grootste Engelse veldhospitaal. Volgens getuigen werden alle menselijke en dierlijke resten in greppels in de buurt gegooid en bedekt met een dunne laag aarde om de verspreiding van ziekten tegen te gaan. Maar hoe komt het dan dat daar amper ooit sporen van zijn gevonden? Archiefmateriaal uit die tijd wijst uit dat de botten van de gesneuvelden kort na de veldslag uit de massagraven zijn gehaald en vermalen tot beendermeel, dat dan in Engeland werd verkocht als meststof voor op de akkers.

Waterloo blijft ons verrassen.