Herdenking WOI lokt massaal veel toeristen

12/01/2015

In 2014 ontving de provincie West-Vlaanderen bijna 800.000 herdenkingstoeristen, dat is bijna een verdubbeling tegenover 2013. Vooral in de tweede helft van het jaar uit de stijging zich spectaculair. Directe aanleiding daarvoor is de start van de herdenkingsplechtigheden en de grote media-aandacht die daarmee gepaard ging. Traditioneel zijn oktober en november sowieso de drukste maanden.

De Westhoek heeft zich goed voorbereid op een grote toestroom van toeristen door flink te investeren in de toeristische ontsluiting van het WOI-erfgoed in de streek. Niettemin overtroffen de uiteindelijke resultaten toch alle verwachtingen. Er werd vooral geïnvesteerd rond 5 strategische projecten. Zo was er de vernieuwing van het In Flanders Fields Museum, het Museum aan de IJzer en het Memorial Museum Passchendale. Daarnaast kwamen er ook nieuwe onthaalplekken voor de begraafplaats in Poperinge en het centrum Westfront in Nieuwpoort.

Niet enkel de klassieke grote trekpleisters, zoals het In Flanders Fields Museum, trokken meer toeristen. Alle herdenkingssites merkten een sterk toegenomen bezoekersaantal. Sterkste stijger was de Dodengang in Diksmuide aan de IJzer. Niet toevallig, gezien de honderdste verjaardag van de onderwaterzetting van IJzervlakte. Ook de begraafplaats van Tyne Cot in Zonnebeke bleek één van de toppers qua bezoekersaantallen.

In 2015 wordt er nog verder geïnvesteerd. Zo komen er 3 nieuwe onbemande onthaalpunten in de Ieperboog en wordt er volop gewerkt aan de ontwikkeling van 12 nieuwe 14-18-fietsroutes. Bovendien worden er ook dit jaar opnieuw diverse herdenkingsmomenten en –activiteiten georganiseerd. De herdenking van de gasaanvallen en de Tweede Slag bij Ieper in april, de 30.000ste Last Post op 9 juli en de honderdste verjaardag van Talbot House in december zijn daar maar enkele van. De speciale herdenkingsactiviteiten lopen nog door tot eind 2018, maar in de Westhoek zal men ‘de Groote Oorlog’ nooit vergeten.