Naar aanzienlijk betere waterkwaliteit in Antwerpse haven

14/08/2020

Door aangepaste baggerwerkzaamheden wil de haven van Antwerpen uitgroeien tot een toonbeeld van milieuvriendelijk- en duurzaamheid.

Geregeld moeten dokken en vaargeulen in de haven worden uitgebaggerd om de diepgang op peil te houden en de doorvaart van de schepen te garanderen. De zogeheten onderhoudsbaggerspecie die daarbij aan de oppervlakte komt, wordt traditioneel opgeslagen in speciale bergingsruimten. Een gedeelte van dat slib, de TBT-specie, is sterk vervuild. TBT is een giftige stof die vanaf de jaren 1970 tot in 2003 in scheepsverf zat, om te voorkomen dat mossels en algen zich zouden vastzetten op de romp. Een bijzonder schadelijk goedje voor het milieu en bovendien moeilijk afbreekbaar.

De installatie Amoras, wat staat voor Antwerpse Mechanische Ontwatering, Recyclage en Applicaties van Slib en tevens verwijst naar het gelijknamige eiland uit een Suske en Wiske-album van Antwerpenaar Willy Vandersteen, verwijdert eerst het grof vuil en het zand uit het slib, filtert het afvalwater en voert dat terug naar de dokken. Dan zuivert het de TBT-specie, met een koolstoffilter, en ook dat water vloeit terug. Het ontwaterde restproduct wordt fijngeperst, de zogeheten filterkoeken, en opgeslagen om later eventueel te dienen voor de productie van bouwmaterialen.

Drievoudige winst op termijn dus: veel schoner water, geen grote opslagcapaciteit meer vereist en geen exploitatie meer van almaar schaarser wordende grondstoffen.