Salvatore Adamo, de tedere tuinman van de liefde
Bijna 55 jaar carrière, ruim 30 albums - goed voor zowat 500 liedjes - en meer dan 100 miljoen platen verkocht wereldwijd … Cijfers om van te duizelen, die Salvatore Adamo tot een van de bestverkopende Belgische muziekartiesten maken en hem zelfs een plaats opleveren in de lijst van 100 beste albumverkopers van de wereld. Hier prijkt hij trouwens naast 5 andere Franstalige toppers, als Tino Rossi, Charles Aznavour, Dalida, Mireille Mathieu en Johnny Hallyday.
Salvatore Adamo is onbetwistbaar een van de meest geliefde zangers bij de Belgen en bij mensen overal ter wereld die hij wist te charmeren, vooral ook omdat hij in de meest onwaarschijnlijke talen zong, zoals het Turks en het Japans. Jacques Brel noemde hem ‘de tedere tuinman van de liefde’, een perfecte omschrijving voor iemand die in zijn teksten blijkt geeft van een grote belangstelling voor de mensheid in haar totaliteit of voor het individu in zijn eigenheid.
Deze Italiaans-Belgische liedjesschrijver, geboren op 1 november 1943 in Comiso (provincie Raguse, Sicilië), is een elegant product van de grote golf Italiaanse migranten die België in die periode heeft gekend. Het naoorlogse Italië is ontredderd, hele regio's zijn in bittere armoede gedompeld. In 1947 besluit de vader van Salvatore om zijn land te verlaten en naar België te trekken om er te gaan werken in de mijnen van de Borinage.
Adamo groeit op in een veeleer strenge omgeving en vindt een uitweg in de muziek. Zijn ouders, ernstige en hardwerkende immigranten, fronsen eerst de wenkbrauwen bij het idee dat hun oudste kind een ‘nietsnut’ wil worden.
In 1960 neemt hij deel aan een wedstrijd van Radio Luxembourg en wint de eerste prijs in Parijs. In 1963 heeft hij een eerste hit met Sans toi ma Mie. Later volgen: Tombe la Neige, Vous permettez, Monsieur, La Nuit (1964), Dolce Paola (dat verwijst naar Paola, in die tijd prinses van Luik en toekomstig Belgische koningin), Les Filles du Bord de Mer en Mes Mains sur tes Hanches (1965), Ton Nom, Une Mèche de Cheveux (1966), Une Larme aux Nuages, Inch'Allah, Notre Roman (1967), L'Amour te Ressemble, F… comme Femme (1968), À demain sur la Lune, Petit Bonheur (1969), Va mon Bateau (1970), J'avais oublié que les Roses sont roses (1971), C'est ma Vie (1975).
Hij is ook te zien in de bioscoop, in Les Arnaud (1967) met Bourvil en in L'Ardoise (1970) met Jess Hahn, en coregisseert samen met Eddy Matalon L'Île au Coquelicot (1970).
In 1999-2000 gaat hij voor het eerst sinds tien jaar op tournee in Frankrijk en eindigt daar met een voorstelling in de Olympia. In 2014 verschijnt een hommage, met vijftien nummers, onder de titel Adamo Chante Bécaud. Na die bundeling realistische chansons slaat Salvatore Adamo een nieuwe muzikale weg in met L'Amour N'a Jamais Tort, dat hij uitbrengt in 2016.
Kort nadat hij in BOZAR zijn 75e verjaardag heeft gevierd, maakt de artiest zich op om Belg te worden. Italië, dat zijn ingezetenen tot nu toe de dubbele nationaliteit weigerde, heeft onlangs immers de regelgeving ter zake aangepast.
Copyright FOTO : BELGA