Peyo: de man achter onze kleine blauwe vrienden
Peyo is een grootmeester van de 9de kunst en de geestelijke vader van Steven Sterk, Jakke en Silvester, Johan en Pirrewiet, Poesie en, vooral, de Smurfen. Pierre Culliford, zijn echte naam, wordt op 25 juni 1928 geboren in de Brusselse gemeente Schaarbeek.
Hij volgt zijn lager en middelbaar onderwijs aan het Brusselse Saint-Louiscollege, dat hij op 16-jarige leeftijd vaarwel zegt door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Tot aan de bevrijding is hij assistent-projectionist in een bioscoopzaal, daarna volgt hij een paar maanden les aan de Academie voor Schone Kunsten in de hoofdstad. Daar vindt hij niet echt zijn gading, omdat hij toch vooral aangetrokken wordt door cartoons en karikaturen. Hij zal later ook herhaaldelijk aangeven dat hij de mosterd heeft gehaald bij "de albums van Hergé en verschillende Amerikaanse comics". Na een jaar als reclametekenaar, zet Peyo zijn eerste voorzichtige stapjes in de stripwereld: eerst probeert hij het in 'La Dernière Heure', vervolgens in 'Le Soir'.
In 1947 leidt de versmelting van zijn eindeloze passie voor de mythische middeleeuwen, die hij al meedraagt van zijn kindertijd, met een soort van fantasierijke, poëtische humor, tot de geboorte van de jonge schildknaap Johan, die een paar albums later zijn trouwe metgezel ontmoet: Pirrewiet, guitige kwajongen, mopperkont, luiwammes en snoeper, en komische trawant van zijn vriend Johan. De twee worden al snel onafscheidelijk en beleven het ene avontuur na het andere in het stripblad Robbedoes, waar ook Peyo's goede vriend Franquin aan de slag is. In mei 1958 gaan de twee helden op een nieuw avontuur: "De fluit met zes smurfen". In dit verhaal maken we voor het eerst kennis met de Smurfen, toen weliswaar nog als nevenpersonages. De kleine blauwe mannetjes, die in paddenstoelen wonen, een eigen taaltje spreken en dol zijn op salsaparilla, waren aanvankelijk enkel bedoeld als een tijdelijk bedenksel. Bij hun eerste verschijning zijn ze dan ook allemaal identiek, op Grote Smurf na. Hun wijze en alwetende leider heeft een baard en draagt rode kledij, terwijl al de rest onbehaard is en een witte muts en broek aan heeft. Maar geleidelijk aan krijgen ze allemaal een eigen karakter: Potige Smurf, Brilsmurf, Smurffatje, Lolsmurf, Smulsmurf...en, niet te vergeten, Smurfin natuurlijk.
In 1960 komt 'De Ring van Castillac' uit in Robbedoes, het nieuwe avontuur van Johan en Pirrewiet. In dat verhaal zijn de Smurfen er plots niet meer bij, tot onvrede van het grote publiek. Het nieuwe avontuur van de twee mag dan een succes zijn, toch kan Peyo er niet meer omheen: de blauwe mannetjes die hij drie jaar eerder bedacht, vragen om een eigen reeks.
In de jaren 1960 besluit hij dan zijn eigen studio op te richten, waar hij nauw samenwerkt met zijn assistenten en de reeksen 'Steven Sterk' en 'Jakke en Silvester' loslaat op de wereld. In de jaren 1970 neemt Peyo dan wat gas terug in zijn schrijfwerk, want de film en Hollywood roepen. Men wil immers een tekenfilm maken van de Smurfen. Door het groeiende succes kan Peyo niet anders dan ook zijn eigen tekenfilmstudio uit de grond te stampen, waar hij zich laat omringen door een sterk team. In 1983 en 1984 veroveren onze kleine vrienden de wereld helemaal (de planeet wordt overspoeld met miljoenen Smurfenproducten, en ook de tekenfilms zijn overal razend populair).
In 1989 sticht Peyo zijn eigen uitgeverij: Cartoon Création. In 1992 draagt Cartoon Création de albumversies van al haar reeksen (de Smurfen, maar ook Steven Sterk en Johan en Pirrewiet) over aan uitgeverij Lombard. Nog datzelfde jaar overlijdt hun geestelijke vader in Brussel na een hartstilstand, maar zijn personages blijven voortleven.