Ovide Decroly, bedenker van een nieuwe pedagogiek
De Belgische pedagoog, arts en psycholoog Ovide Decroly, die in 1871 werd geboren in Ronse en in 1932 overleed in Ukkel, is vooral bekend om zijn werk op onderwijsgebied, en vooral dan zijn voorliefde voor de globaalmethode, een natuurlijke methodiek waarbij scholieren leren lezen en schrijven aan de hand van hun belangstellingscentra.
Hij studeerde geneeskunde aan de Universiteit Gent, waar hij in 1896 afstudeert waarna hij zich specialiseert in de studie van anatomische wijzigingen die het gevolg zijn van ziekten (anatomopathologie). Zo maakt hij kennis met de geestelijke gezondheidszorg. Hij zet zijn opleiding voort in Berlijn en Parijs en specialiseert zich in de neuropsychiatrie.
Op het moment dat hij in aanraking komt met kinderen met een beperking, groeit ook zijn interesse in het onderwijs. In 1901 vraagt de Société de Pédiatrie hem om hoofdarts te worden in een kleine kliniek voor kinderen met zo'n beperking (die hij ‘les irréguliers’ noemde). Een beslissing die zijn hele leven zal bepalen. Hij gaat in op het voorstel, maar tegelijk richt hij voor die kinderen in zijn eigen huis een instituut op. Hij onderwijst ze samen met zijn eigen dochters, omdat hij ze met eigen ogen wil bezig zien in hun dagelijkse leven. Decroly kiest voor een pedagogiek die helemaal op het kind is gericht. Een tegenpool dus van een onderwijsmodel dat is gestoeld op herkauwen en passiviteit. Niet lang daarna richt Decroly de Ermitageschool in Brussel op voor kinderen zonder een handicap.
Hij voert er de zogeheten ‘globaalmethode’ in, een benadering van intellectueel onderricht waarin organisatie van de schoolomgeving en de belangstellingscentra van de leerlingen centraal staan. Die centra vallen in wezen samen met de fundamentele noden van een kind: eten, zich beschermen tegen weer en wind, zich verdedigen tegen allerhande gevaren, werken en uitrusten. Een leerproces dat is geënt op die belangstellingscentra, maakt gebruik van actieve methodes die stuk voor stuk uitgaan van observatie, associatie en expressie. En spelletjes vormen het sluitstuk van elke leeractiviteit.
Als leek, vrijmetselaar en vurig humanist laat hij zich door zijn overtuigingen drijven om de strijd aan te binden met elke vorm van uitsluiting, vooral dan in het onderwijs. Toen de schoolplicht werd ingevoerd (in 1914) hadden onze scholen trouwens veel weg van kazernes.
Stukje bij beetje sijpelde de Decrolymethode door in progressieve scholen, eerst in Brussel en daarna ook in de rest van het land. Ze vindt al snel internationale ingang, en met zijn werk draagt Decroly bij tot de ‘Nieuwe Schoolbeweging’. Hij sluit zich ook aan bij de Ligue internationale pour l’Éducation Nouvelle.
Bij zijn overlijden in 1932 bestaan er al Decrolyklassen of zelfs hele Decrolyscholen in Frankrijk en Spanje, en ook in de VS, Turkije en Zuid-Amerika. Zijn pedagogiek maakt ook officieel deel uit van het curriculum van de Ecuadoraanse openbare scholen.