John Flanders
John Flanders, grootmeester van de Vlaamse Filmpjes en het magisch-realistische Malpertuis
De tweetalige Belgische Raymond de Kremer (° 8 juli 1887, Gent - † 17 september 1964, Gent), alias Jean Ray, is vooral bekend onder de naam John Flanders als de schrijver van Nederlandstalige jeugdboeken en auteur van meer dan 150 Vlaamse Filmpjes. Dat is een populaire en langlopende reeks korte jeugdboekjes uitgegeven door Altiora (abdij Averbode), met als doelpubliek kinderen van 10 tot 13 jaar. Ze wordt sinds 1930 uitgegeven en is dus inmiddels aan haar 89e jaargang toe. Heel wat bekende Vlaamse jeugdauteurs zetten hiermee hun eerste stapjes. Ook voor de Franstalige tegenhanger van de Filmpjes, Presto Films, schrijft hij heel wat verhalen.
Toch oogst Raymond de Kremer het meeste succes in Frankrijk onder de schuilnaam Jean Ray, een van de grootste schrijvers van fantastische en griezelverhalen uit de eerste helft van de 20e eeuw.
In 1910 begint hij voor de stad Gent te werken, waar hij allerlei jobs doet tot in 1919. Tegelijk componeert hij vanaf 1909 Franse liedjes voor verschillende Vlaamse revues, en vanaf 1910 schrijft hij liedjesteksten. In dat verband duikt in 1912 voor het eerst de signatuur Jean Ray op op het muziekstuk Tarif d’amour. Vanaf 1920 is hij redacteur bij Le Journal de Gand en vanaf 1923 staat hij aan het hoofd van L’Ami du Livre. Hij publiceert er de meeste novellen die zijn eerste bundel vormen, Les Contes du Whisky, uitgegeven in 1925 door La Renaissance du Livre.
Op 8 maart 1926 wordt hij gearresteerd op beschuldiging van fraude. Hij wordt failliet verklaard en veroordeeld tot zes jaar en zes maanden gevangenis. Uiteindelijk komt hij vrij op 1 februari 1929. Hij gaat min of meer anoniem samenwerken met verscheidene kranten en tijdschriften. Zo schrijft hij in 1928 onder de schuilnaam John Flanders in het Nederlandstalige blad Ons Land. In 1932 legt hij zich toe op de populaire reeks Harry Dickson. Maar al te vaak grijpt hij Harry Dickson aan als voorwendsel om die beklemmende, beangstigende verhalen te schrijven waar hij zo goed in is. Hij maakt deel uit van een groep schrijvers die zich verenigen in Les auteurs associés en publiceert er, onder andere, zijn bekendste roman Malpertuis (1943). Hij schrijft er tal van verhalen, maar ook de scenario’s van de reeks Edmund Bell, met tekeningen van de expressionistische grootmeester Frits Van den Berghe. Zijn werk wist tal van cineasten te boeien en het werd verfilmd door Harry Kümel (Malpertuis, 1971) en Jean-Pierre Mocky (La Grande Frousse, 1964).
Over zijn meesterwerk bekent hij dit: ‘Malpertuis, voor het eerst vloeit de naam als modderige inkt uit mijn huiverende pen. Dit huis, als eindpunt van zovele menselijke bestemmingen door vooral vreselijke verlangens opgelegd, nog deins ik terug voor het beeld; ik zet een stap achteruit en wacht even voor ik het me levendig voor de geest haal. Trouwens, de personages tonen zich minder geduldig dan het huis, wellicht opgejaagd door hun korte aardse bestaan. Na hen blijft het huis over, zoals de steen waarin spookhuizen zijn opgetrokken.