James Ensor, de visionaire schilder
Ensor is een begenadigd schilder met een visie en een breed spectrum, gaande van genretaferelen, stillevens, landschappen, portretten en vooral zelfportretten, tot maskers en geraamten. Met zijn gewaagde moderniteit verovert hij de Belgische kunst en belandt naast Van Gogh en Gauguin, als pionier van een nieuwe kunststroming.
De jonge Ensor begint met tekenen op 13-jarige leeftijd, geïnspireerd door de Oostendse kunstenaars Edouard Dubar en Michel Van Cuyck. Later schrijft hij zich ook in aan de Academie voor Schone Kunsten in Brussel. Hij vestigt zich in een kamer op de zolder van zijn ouderlijk huis en laat zich voor zijn eerste realistische portretten en landschappen inspireren door het impressionisme.
In 1883 richt Ensor samen met enkele vrienden de kunstenaarsgroep XX op, die tien jaar zal bestaan. Hij werkt in die tijd zijn schilderideeën verder uit en realiseert de reeks "Aureolen van Christus of de gevoeligheden van het licht". Dit is het begin van een reeks etsen met het masker en het geraamte als thema's.
Het oeuvre van Ensor toont de vaak groteske aspecten van zijn onderwerpen en geeft blijk van een veeleer radicale, sarcastische en vrijmoedige visie op de wereld. Zijn obsessies en angsten vinden duidelijk hun weergave in de stroken van zijn utilitaire objecten en fantomen. Vanaf 1880 overheersen zijn maskers. Ze verwijzen naar carnaval, naar een wereld van anarchie, waar maatschappelijke banden enkel door het absurde kunnen worden weergegeven. Zijn gemaskerde personages en skeletten, die krioelen in een carnavalsfeer, kondigen de komst van het surrealisme aan, met James Ensor als geestelijke vader van een imaginaire en bovennatuurlijke wereld.