Hugo Claus, de reus van de Vlaamse letteren
Hugo Claus wordt gezien als één van de grootste Vlaamse schrijvers van na de Tweede Wereldoorlog. Hij werd in 1986 bekroond met de Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn omvangrijke oeuvre, dat zich uitstrekt over verschillende disciplines: proza, poëzie, toneel en beeldende kunst.
Claus werd op 5 april 1929 geboren in de lage middenstand in Brugge. Een groot deel van zijn jeugd bracht hij door op katholieke kostscholen. Hier was hij alles behalve gelukkig. Zijn negatieve gevoelens tegenover het katholieke geloof en tegenover zijn afwezige ouders draagt hij zijn hele leven met zich mee. Zo beschrijft hij in het autobiografisch geïnspireerde Het verdriet van België (1983) de kostschool als plek van ressentimenten en trauma’s waaruit de jonge hoofdfiguur Louis Seynaeve alleen kan ontsnappen door te fantaseren.
Wanneer Claus 11 jaar is, breekt de tweede wereldoorlog uit en leeft hij plots in een bezette stad. Ook die ervaring heeft zijn sporen achtergelaten. Zowel zijn Magnum Opus Het verdriet van België (1983) als De hondsdagen (1952), De koele minnaar (1956) en De verwondering (1962) zijn doorspekt met herinneringen aan oorlog, collaboratie en Jodenvervolging.
In 1949 wordt Claus medeoprichter van het tijdschrift Tijd en mens, waarin avant-gardistische gedichten van verschillende auteurs worden uitgebracht. Hij begint zelf ook gedichten te schrijven en publiceert in 1955 zijn eerste bundel De Oostakkerse gedichten. Zijn poëzie is experimenteel en irrationeel. Hierdoor wordt hij vaak gerekend tot de groep van ‘De Vijftigers’, een literaire stroming die zich verzette tegen esthetische conventies en rationaliteit en voor wie ‘vitaliteit’ een kernwoord was.
Naast schrijver en dichter was Claus ook een theater regisseur (Suiker (1958), Bruid in de morgen (1955) en Vrijdag (1969)), een visueel kunstenaar, een scenarist en een filmregisseur. Hij schreef onder andere scenario’s voor zijn vriend Fons Rademakers en bewerkte ook enkele van zijn eigen boeken tot films, die hij zelf regisseerde. De bekendste daarvan is zijn bewerking van De leeuw van Vlaanderen (1983).
Op het einde van zijn leven werd Claus geconfronteerd met de ziekte van Alzheimer. Omdat hij zichzelf niet wou verliezen, koos hij ervoor euthanasie te plegen. Deze werd uiteindelijk uitgevoerd op 19 maart 2008. In het totaal laat Claus meer dan 150 werken achter. Er verschenen van zijn werk meer dan honderd vertalingen in een twintigtal talen. Voor zijn omvangrijk oeuvre ontving hij tientallen literaire prijzen in binnen- en buitenland, waaronder de Staatsprijs voor Toneel (meerdere keren), de Staatsprijs voor Poëzie, de Staatsprijs voor Proza en de Premio Nonino.