Hubert Lampo : romanschrijver, essayist, criticus
Wie de naam Hubert Lampo uitspreekt, voegt er spontaan aan toe: ‘magisch realisme’. En meestal ook de titel van de roman die hem in brede kringen met die literaire strekking associeert: De komst van Joachim Stiller (1960).
Even leek het erop dat Hubert Lampo een carrière zou uitbouwen in het onderwijs. Achtereenvolgens behaalde hij de diploma’s van onderwijzer en regent. Tijdens WO II werkte hij in het Antwerpse onderwijs maar in die periode debuteerde hij ook als romancier, met Don Juan en de laatste nimf (1942), een sterk erotisch verhaal waarin hij de gewiekste Spaanse verleider in onze gewesten aan zijn eind laat komen. Meteen daarna publiceerde hij zijn eerste essay, De jeugd als inspiratiebron (1943), een verdienstelijke studie over het wezen en de problemen van de jeugd.
Van ongeveer 1945 tot 1965 was hij zowel redactiesecretaris van het Nieuw Vlaams Tijdschrift (NVS) als journalist-kunstcriticus bij De Volksgazet. In die laatste verzorgde hij wekelijks de rubriek Kunst en Cultuur en besprak hij toneelvoorstellingen.
Hubert Lampo was er rotsvast van overtuigd dat er naast de zichtbare en meetbare werkelijkheid een onverklaarbare, gedroomde dimensie bestaat. Het gaat om oerbeelden die door de tijden heen in ons collectieve onderbewustzijn zijn binnengeslopen en tot uiting komen in onze dromen, in religieuze ervaringen, in een toestand van extase of in een boek, zoals De komst van Joachim Stiller (1960). De oerbeelden of archetypen kunnen allerlei gedaanten aannemen: een boze geest, een heks, een held, vuur, water … of in Lampo’s wellicht meest intrigerende en alleszins bekendste roman de angst voor een niet nader bepaalde Catastrofe en de aanwezigheid van een Redder die ons ervan zal bevrijden. Joachim Stiller is de bizarre tijdloze reddersfiguur, een geheel eigen versie van de Christus-Verlosser. Hij stuurt brieven naar journalist Freek Groenevelt die pas 40 jaar later in de bus vallen en toekomstige gebeurtenissen voorspellen. Wanneer Stiller uiteindelijk om het leven komt, blijkt dat de Catastrofe toch niet plaatsgrijpt; zijn dood is alleen de losprijs voor de bevrijding. Als generatievrijzinnige, ongedoopte en overtuigd agnosticus heeft Hubert Lampo die religieuze teneur van zijn roman zelf altijd vreemd gevonden. Het was naar eigen zeggen nooit zijn bedoeling die weg op te gaan en daaruit leidde hij af dat De komst van Joachim Stiller zich grotendeels zelf heeft geschreven. Wie in veel van zijn werk even spontaan opduikt, telkens onder een andere naam, is de typische Lampo-vrouw. Haar heeft hij evenmin doelbewust gecreëerd. Zo zijn Simone Marijnissen in De komst van Joachim Stiller, verfilmd in 1974, Hélène Defraye in de gelijknamige roman (1945) of Sarah Silbermann in Wijlen Sarah Silbermann (1980) de incarnatie van die Lampo-vrouw.
Hubert Lampo vertaalde romans, toneelstukken en essays uit het Frans en het Duits en hij werd zelf vertaald naar het Duits, Engels, Frans, Pools, Portugees, Roemeens, Spaans, Tsjechisch en Zweeds.
© Photo Wikipedia Thor NL (Tom Ordelman)
Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0