Eugène Ysaÿe: dirigent, componist, inspirator
Eugène Auguste Ysaÿe werd op een zomerdag, 16 juli 1858, geboren in de mooie stad Luik. In een bescheiden maar muzikaal gezin. Kleine Eugène vond heel wat inspiratie bij zijn naaste bloedverwanten. Zijn vader was violist, pianist, componist en orkestleider; zijn broer Joseph cellist, componist en directeur van de muziekacademie in Aarlen; zijn zus Marie zong en zelfs zijn babybroer werd later een begenadigd pianist en componist. Anders gezegd: als iemand voorbestemd was voor een muzikale carrière, was het wel Eugène Ysaÿe.
Eugène begon met vioolspelen op de prille leeftijd van vier jaar, trok in 1865 naar het conservatorium van Luik, ging er weg nadat hij een tweede prijs had gewonnen en verloor zijn moeder amper tien dagen na zijn tiende verjaardag. Wie anders dan ene Henri Vieuxtemps zou hem onder zijn hoede nemen, een van de grootste Belgische componisten, die hem via Henryk Wieniawski alle knepen van het vak leerde? Zijn talent bracht hem naar Berlijn, waar hij eerste violist werd in het orkest van het Konzerthaus.
Uiteindelijk belandde hij in Parijs, waar hij virtuozen als Camille Saint-Saëns, Gabriel Fauré en César Franck ontmoette, die inspiratie haalden uit zijn vakmanschap en expressiviteit. Hij richtte ook het Ysaÿe Kwartet op en dirigeerde nog een poos het Cincinnati Symphony Orchestra.
Wellicht meer nog dan als speler of dirigent zal men hem zich echter herinneren als een fantastische componist. Alleen al uit het instrument van zijn keuze kan je wellicht afleiden dat men vooral denkt aan de zes sonates voor vioolsolo die hij schreef, maar hij schreef ook concerto’s en ander werk. Eugène maakte zelfs een zijsprong naar de opera, en dat in het Waals.
Het opmerkelijkst is misschien wel een van zijn bekendste leerlingen, Elisabeth, de koningin-gemalin van Albert I, naar wie de internationaal befaamde Koningin Elisabethwedstrijd is genoemd.
Foto: Creative Commons